VOC Contactgroep OV over MaaS, reisinformatie en kaders voor integratie ov en doelgroepenvervoer

Op 21 maart kwam de Contactgroep OV van de VOC bijeen in Almere. Tijdens deze bijeenkomst stond de integratie van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer centraal. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, CROW-KpVV en 25 gemeenten wisselden kennis uit over de laatste ontwikkelingen. 9292 was aanwezig voor de ontsluiting van reisinformatie over het doelgroepenvervoer en het kenniscentrum van Rijkswaterstaat zorgde voor de link met Mobility as a Service (MaaS).

Samenwerking tussen ov en doelgroepenvervoer

Als inleiding voor de bijeenkomst gaven HHM en Forseti voorbeelden van de vele particuliere vervoersinitiatieven die in Nederland bestaan. Deze initiatieven hebben als gemeenschappelijke deler dat er wordt voorzien in de vraag naar ondersteuning in het vervoer. Daarnaast kan onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden het openbaar vervoer een alternatief zijn voor het doelgroepenvervoer. Het is dan wel zaak dat mentale barriéres over het openbaar vervoer worden weggenomen. Als tip werd meegegeven om vooral te kijken naar het vergemakkelijken van de overstap naar het openbaar vervoer en het bieden van alternatieven voor korte ritten. Daarnaast zien we in Nederland dat gemeenten steeds vaker in regionaal verband het doelgroepenvervoer aanbesteden. Niet alleen vanuit financiële overwegingen maar vooral omdat veel ritten vanuit de WMO vanwege reispatronen binnen de regio worden uitgevoerd.

Voorwaarden voor integratie tussen ov en doelgroepenvervoer

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu gaat onder meer met de VOC kijken op welke manier de Rijksoverheid kan bijdragen aan de integratie van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer. Gemeenten gaven alvast aan dat er behoefte is aan kennisuitwisseling. Veel vraagstukken zoals het inzetten van vrijwilligers zijn herkenbaar. Het is ook belangrijk om de aanbestedingsregels tegen het licht te houden zodat bepaalde vervoersstromen kunnen worden gebundeld. Daarnaast is het zaak om binnen de gemeentelijke organisatie de verbinding te leggen tussen sociaal beleid en het verkeersbeleid. Zo kunnen verplaatsingsvragen beter worden ingericht vanuit de behoefte aan zorg en maatschappelijke ondersteuning. Soms kan juist ook het doelgroepenvervoer een alternatief bieden voor een buslijn, maar dan is het belangrijk dat reisinformatie en betalingsmogelijkheden duidelijk zijn voor de reiziger.

Reisinformatie niet alleen over de reis maar ook over de omgeving

Een belangrijk onderdeel van de scheiding tussen het doelgroepenvervoer, particuliere vervoersinitiatieven en het openbaar vervoer is de reisinformatie. Niet alleen ontbreekt vaak reisinformatie over het aanbod van de vervoersmogelijkheden buiten het reguliere openbaar vervoer om, het wordt ook nog niet goed ontsloten. Er is geen centraal punt om informatie in te winnen. Om een goed vervoersaanbod te kunnen bieden is het daarnaast van wezenlijk belang dat bekend is welke voertuigen en haltes toegankelijk zijn en om welke voorzieningen het gaat. 9292 liet in de presentatie voorbeelden zien van hoe gemeenten, ov-bedrijven en ov-autoriteiten, maar ook de reizigers zelf bij kunnen dragen in de totstandkoming van dergelijke gespecificeerde reisinformatie. Zo streeft 9292 naar opname van flexibele vervoersvormen zoals het doelgroepenvervoer en informatie over haltetoegankelijkheid.

MaaS: autodelen en openbaar vervoer gaan hand in hand

Deelauto’s maken onderdeel uit van de ontwikkeling van bezit naar gebruik, beter bekend als Mobility as a Service (MaaS). De gebruiker kiest daarbij zelf voor de beste manier van verplaatsen en kan daarvoor gebruik maken van een breed palet aan mogelijkheden. Ook het openbaar vervoer is een MaaS-product. Autodelen en andere flexibele vervoersvormen worden tegenwoordig ook ingezet als onderdeel van de OV-concessie. Tijdens de discussie die werd geleid door het kenniscentrum van Rijkswaterstaat werden obstakels besproken die de groei van het autodelen in de weg kunnen zitten. Er valt veel winst te boeken vanuit ruimtelijke ontwikkelingen en parkeer regulering. De bespreking maakte in ieder geval duidelijk dat het goed is om met elkaar het gesprek te voeren over de kansen en obstakels voor het oppakken van MaaS-producten en op basis daarvan met alle betrokken partijen te zoeken naar manieren om elkaar verder op weg te helpen.

VOC Intergemeentelijk Verkeersoverleg over Europese mobiliteit en verkeersveiligheid

Tijdens de bijeenkomst van het intergemeentelijk verkeersoverleg van de VOC op 31 maart in Utrecht hebben gemeenten zich laten informeren over Europese subsidies. Daarnaast stond op het programma het Rli-advies aan de regering over het mobiliteitsbeleid en hebben de gemeenten gediscussieerd met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu over het landelijke verkeersveiligheidsbeleid. Afsluitend nam CROW-Fietsberaad de gemeenten mee in de ontwikkelingen in het fietsparkeren bij stations.

Europese mobiliteit

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de gemeenten bijgepraat over de Europese subsidies rondom mobiliteit. De Europese Commissie zet in op duurzaamheid, verkeersveiligheid en de impact van transportsystemen op de leefbaarheid van Europese steden. Het onderzoeksprogramma Horizon2020, dat zich richt op duurzaam vervoer, krijgt binnenkort mogelijk een vervolg. De VOC gaat RVO helpen bij het inzichtelijk maken van de problematiek en wensen van gemeenten qua mogelijkheden voor mobiliteitsontwikkelingen, zodat de Europese Commissie bij het opstellen van een eventueel vervolgprogramma hier rekening mee kan houden.

Rli-advies aan de regering over mobiliteitsbeleid

In januari heeft de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) het rapport Dichterbij en sneller gepresenteerd. In het rapport adviseert Rli de regering om in het toekomstige landelijke mobiliteitsbeleid de nadruk te leggen op de bereikbaarheid van de stedelijke regio’s. In het advies wordt een nieuwe manier van denken over bereikbaarheid bepleit en worden enkele instrumenten voorgesteld. Dit zou het mogelijk moeten maken om bereikbaarheidsvraagstukken niet enkel met nieuwe infrastructuur op te lossen. Eén van de manieren om hierin te voorzien is het ombouwen van het Infrastructuurfonds naar een Bereikbaarheidsfonds. Dit fonds kan ook bijdragen aan de meerjarige exploitatie van bereikbaarheidsmaatregelen. De gemeenten en de Rli hebben op verkennende wijze gediscussieerd over de rol die de gemeenten in kunnen nemen.

Verkeersveiligheid

De Rijksoverheid en de decentrale overheden werken aan een methode om de verkeersveiligheid te verbeteren. Vanaf de jaren ’90 is door de overheden gewerkt aan het project Duurzaam Veilig, waarbij vooral is ingezet op de inrichting van wegen en op verkeerseducatie. Gemeenten zouden graag zien dat dit wordt opgevolgd door meer handhaving op straat. Om minder afhankelijk te zijn van de prioriteitstelling door de politie zouden gemeenten een rol kunnen spelen door de invoering van de bestuurlijke boete voor lichte verkeersovertredingen en de uitbreiding van de bevoegdheden van gemeentelijke handhavers voor dergelijke strafbare feiten. Tegelijkertijd zijn er kansen om met bestaande middelen meer te bereiken. Hiervoor wordt onderzoek gedaan naar de methode van de ‘risicogestuurde aanpak’. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zal het IVO in de toekomst informeren over de ontwikkelingen en inhoudelijk bespreken met de gemeenten.

Fietsparkeren op stations

Na de ondertekening van het bestuursakkoord waarin afspraken staan over de rolverdeling tussen de partijen die verantwoordelijk zijn voor het fietsparkeren op stations gaan overheden per regio en gezamenlijk de situatie, opgave en plannen in kaart brengen. De provincies en vervoerregio’s maken hiervoor een plan van aanpak. Ondertussen praten de landelijke partijen met vertegenwoordigers van decentrale overheden over de algehele voortgang. Daarnaast zullen we gezamenlijke afspraken moeten maken over de rolverdeling en financiering voor ná 2020, waarbij het voor gemeenten belangrijk is dat de verantwoordelijke partijen de kosten en opbrengsten goed onderling verdelen.

Over het IVO

Het Intergemeentelijk Verkeersoverleg is een adviesorgaan van de VOC. Gemeenten bespreken in het IVO beleidsontwikkelingen op het gebied van het wegverkeer. Het IVO probeert een brug te slaan tussen Rijksbeleid en gemeentelijke praktijk bij nieuwe beleidsontwikkelingen en wetgeving. Het IVO adviseert samen met het OV-adviesorgaan van de VOC, de Contactgroep, het VOC Dagelijks Bestuur. Het IVO en de Contactgroep komen vijf maal per jaar bijeen, iedere keer in een andere gemeente. De besprekingen in het IVO en de Contactgroep die leiden tot een standpunt zijn te vinden de website van de VOC.

Blue Assist laat mensen met communicatieve beperking zelfstandig reizen in het OV

Uit de evaluatie van de proef in Barneveld en Ede blijkt dat Blue Assist mensen met een communicatieve beperking kan helpen om zelfstandig te reizen met het openbaar vervoer. Hierdoor kunnen zij zelfstandig deelnemen aan de maatschappij. Blue Assist vergt een actieve betrokkenheid van zorginstellingen, vervoerder en gemeente. Blue Assist sluit aan op het groeiende aanbod van initiatieven en diensten die mensen helpen bij het maken van de overstap van het doelgroepenvervoer naar het openbaar vervoer.

Blue Assist is overgewaaid uit Vlaanderen, waar al veel organisaties en overheden zich bij het initiatief hebben aangesloten. In de pilot is gekeken of Blue Assist ook in Nederland mensen met een communicatieve beperking kan helpen om zelfstandig met het reguliere openbaar vervoer te reizen. De pilot is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De VOC heeft deelgenomen aan de begeleidingsgroep. Het evaluatierapport van de pilot met Blue Assist is te vinden op de website van de Rijksoverheid.

De pilot laat zien dat Blue Assist mensen binnen de doelgroep kan helpen om de overstap van het doelgroepenvervoer naar het openbaar vervoer te laten maken. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan het komen tot een inclusieve samenleving. Daarnaast wordt in het rapport voorgerekend dat naast het bereiken van meer zelfredzaamheid van de doelgroep, ook de vervoerskosten lager uitvallen. Dit geldt met name wanneer minder gebruik wordt gemaakt van het leerlingenvervoer, hetgeen zou moeten leiden tot lagere kosten voor gemeenten.

Uit het rapport blijkt tevens dat een succesvolle uitrol van Blue Assist afhankelijk is van de medewerking van alle partijen die betrokken zijn bij de reiziger die gebruik maakt van Blue Assist: zorginstellingen, mantelzorgers, OV-bedrijven, onderwijsinstellingen en andere voorzieningen waar naartoe wordt gereisd en de lokale overheden. De rol van de gemeente is afhankelijk van de lokale politieke wensen, beleidsdoelen en praktische haalbaarheid en kan bestaan uit financiële bijdragen, schakel tussen partijen en communicatie naar het publiek.

Voor meer informatie over de pilot verwijzen we naar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Blue Assist en de partijen die hebben deelgenomen aan de pilots in Barneveld en Ede. Voor een uitgebreid overzicht van de mogelijkheden om het gebruik van het openbaar vervoer door reizigers met een beperking te bevorderen, zie het onderzoek dat Staatssecretaris Dijksma eind 2016 heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.

Moerdijk treedt toe tot VOC

De gemeente Moerdijk is aspirant-lid geworden van de VOC. Het proeflidmaatschap geeft de gemeente de mogelijkheid om kennis te maken met de VOC en vrijblijvend te participeren in het VOC-netwerk. Moerdijk heeft te maken met een breed scala aan verkeersvraagstukken. De VOC is verheugd over de komst van de gemeente Moerdijk. Met het aanschuiven van Moerdijk ontwikkelt de VOC zich door naar een platform van gemeenten met uiteenlopende mobiliteitsprofielen.

De gemeente Moerdijk, met circa 37.000 inwoners, is qua oppervlakte één van de grootste gemeente in Zuid-Nederland met vele (bijna contrasterende) gezichten: van grootschalige industrie en havengebieden langs het weidse Hollandsch Diep tot kleinschalige dorpen en charmante vestingstadjes te midden van een open agrarische landschap, ingeklemd tussen het Hollandsch Diep, het Volkerak, de Mark en de Dintel en de A16.

De gemeente Moerdijk heeft een goede bereikbaarheid over het spoor (stations Zevenbergen en Lage Zwaluwe voor personen en de bereikbaarheid van Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk voor goederen) en vooral over de weg, via de A16, A17, A29 en A59 (met afslagen bij Zevenbergschen Hoek, de kern Moerdijk, Industrieterrein Moerdijk, Zevenbergen/Klundert, Standdaarbuiten, Fijnaart en Willemstad). De keerzijde van deze infrastructuur is de milieuhinder die vooral een gevolg is van het wegverkeer. Naast milieuhinder nemen problemen met sluipverkeer door verschillende woonkernen zoals Zevenbergschen Hoek toe.

Tegenover dit grootschalige (inter-)nationale Moerdijk staat een ruime, rustige, agrarische gemeente met een veel kleinschaliger karakter met 11 kernen. De gemeente wil de leefbaarheid van deze kernen waarborgen. Eén van de punten hierin is de bereikbaarheid van voorzieningen voor de inwoners. Door het weidse karakter en verspreid liggende kernen is bijvoorbeeld de bereikbaarheid met openbaar vervoer lang niet overal optimaal. Met name in de avonduren en weekenden wordt openbaar vervoer gemist. Om deze gaten te vullen is de gemeente samen met onder andere de provincie Noord-Brabant en de vervoersmaatschappij Arriva gestart met een onderzoek naar innovatieve oplossingen om aan de vraag te kunnen voldoen.

De VOC heet de gemeente Moerdijk van harte welkom en we kijken uit naar een mooie samenwerking.