Q-Link Groningen

VOC Contactgroep OV over Q-Link Groningen, toekomstige organisatie van het OV en taxibeleid

Op 24 mei kwam de VOC Contactgroep OV bij elkaar in Groningen. In dit werkverband bespreken de VOC-gemeenten ontwikkelingen rondom collectief vervoer in relatie tot gemeentelijk beleid. Het kan dan gaan over taxibeleid, openbaar vervoer en doelgroepenvervoer. Tijdens deze bijeenkomst werden het HOV-concept Q-Link en de ontwikkeling van knooppunthaltes in de regio Groningen-Drenthe besproken. Daarnaast werd er gesproken over de behoefte aan ondersteuning in het gemeentelijke taxibeleid.

OV-bureau Groningen/Drenthe: gemeentelijke en provinciale samenwerking op OV-gebied

De OV-taken van de provincies Groningen en Drenthe zijn ondergebracht in het OV-bureau Groningen/Drenthe. De gemeente Groningen neemt deel aan deze samenwerkingsvorm. Daardoor heeft de gemeente Groningen ook een formele rol ten aanzien van het aanbod van het openbaar vervoer, naast haar wettelijke taak als wegbeheerder.
De provincie en gemeente investeren samen in nieuwe infrastructuur om de exploitatie te versterken. De terugverdientermijn van nieuwe infrastructurele maatregelen zoals busbanen of een recent geopende brug is gunstig omdat de exploitatiesubsidie vanwege een kortere rijtijd en hogere passagiersaantallen verlaagd kan worden. Het OV-bureau heeft ook gekozen voor een duidelijke visie op het OV-netwerk: na het schrappen van de tramplannen is er gekozen voor een hoogwaardig netwerk van snelle buslijnen op vrijliggende tracés, hoogwaardige haltevoorzieningen en doorkoppelingen tussen lijnen. Er wordt ook veel aandacht besteed aan marketing en het positioneren van het openbaar vervoer binnen de stad en omliggende dorpen. Dit is uitgewerkt in de formule Q-Liner, die gemiddeld 30% tot 40% reizigersgroei per verbinding laat zien.

Reishub: multimodaal overstappen 

Overstappunten in het openbaar vervoer zijn vaak functioneel ingericht en hebben daardoor een saaie uitstraling en beleving. Het OV-bureau werkt daarom aan het uitrollen van tientallen hubs in Groningen en Drenthe: multimodale overstappunten met een eigen uitstraling die past bij de omgeving en het gebruik. Daarnaast draagt de inrichting van hubs ook bij aan een efficiëntere exploitatie van vervoersvoorzieningen op het platteland: verbindingen en vervoersmogelijkheden zoals de fiets worden naar hubs geleid, zodat reizigers op een centraal punt kunnen op- of overstappen en sneller tussen hubs kunnen reizen. Er wordt bij de inrichting van de hubs expliciet gekeken naar de samenhang met en het ruimtelijk functioneren ten opzichte van omliggende functies zoals zorgvoorzieningen en scholen. Het OV-bureau signaleert wel dat de hub-vorming complex is vanwege lopende contracten, contacten met wegbeheerders en de complexe ordeningssituatie rondom de treinstations.

Toekomstige organisatie van het OV

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het Toekomstbeeld OV gepubliceerd. Deze visie vormt de basis voor de beleidsontwikkeling vanuit het ministerie en kiest voor een samenhangende beleidslijn richting 2040. Het ministerie neemt het faciliteren van de mobiliteitsvraag als uitgangspunt van het beleid. Dat betekent dat stedelijke gebieden een hoogwaardig mobiliteitsnetwerk hebben, stedelijke vervoersvormen geïntegreerd worden en economische kerngebieden snel met elkaar verbonden zijn. Voor plaatsen met minder vervoersvraag wordt er ingezet op nieuwe en innovatieve vormen. Naast het faciliteren van vraag en aanbod kiest het ministerie ook voor verduurzaming van mobiliteit en het zoeken naar nieuwe financieringsvormen.

De VOC-gemeenten constateren dat deze visie een ambitieus en realistisch beeld geeft. Maar tegelijkertijd zijn er nog enkele aandachtspunten: de gemeentelijke rol in het mobiliteitsbeleid wordt nog teveel vanuit het wegbeheerderschap gezien, terwijl er ook behoefte is aan het faciliteren van de vraag naar mobiliteit vanuit het sociaal domein en het bereikbaar houden van woongebieden en economische kerngebieden. De financiering van dergelijke maatregelen is wellicht te financieren via een aparte grondslag binnen een breder gemeentelijk belastinggebied.
Daarnaast vragen de gemeenten aandacht voor de ordening van het spoor en de verdeling van schaarse capaciteit op het spoor. In het Toekomstbeeld OV wordt op het hoofdspoornet vooral ingezet op hoogfrequente snelle verbindingen tussen de steden, terwijl het aanbod aan regionale verbindingen daardoor in de knel kan raken. Daarnaast is het eigendom en het beheer van stationsomgevingen in Nederland versnipperd geraakt over 20 partijen, waardoor de situatie is ontstaan dat de stations langs gedecentraliseerde treinverbindingen in handen zijn van de vastgoedorganisatie van de NS, terwijl er al decennialang regionale vervoerders actief zijn. Op bestuurlijk vlak constateren de gemeenten dat de regie over de NS en Prorail teveel vanuit de optiek van staatsdeelnemingen en te weinig vanuit de optiek van ruimtelijk beleid wordt gevoerd.

Taxibeleid

In enkele VOC-gemeenten speelt de vraag naar ordening van de straattaximarkt. Vanuit de taxisector wordt er gevraagd om regulering en handhaving. Aan de andere kant zien veel gemeenten ook een toename van snorders en overlast op uitgaansavonden. Gemeenten die niet expliciet in de Taxiwet zijn aangewezen hebben minder reguleringsmogelijkheden. Daarnaast is er ook behoefte aan het uitwisselen van kennis en ervaringen. De VOC gaat hier verder mee aan de slag.

 

 

 

Neem directe omgeving mee bij nieuw rijksbeleid verzorgingsplaatsen snelwegen

Rijkswaterstaat oriënteert zich op het beleid over verzorgingsplaatsen langs Rijkswegen. De Rijksoverheid wil nieuwe ontwikkelingen en vormen van dienstverlening aan weggebruikers stimuleren maar moet ook rekening houden met een veilig en doelmatig gebruik van de verzorgingsplaatsen. De VOC is als adviseur namens gemeenten bij dit oriëntatieproces betrokken en vraagt aandacht voor de economische en planologische belangen van gemeenten.

Het huidige beleid over verzorgingsplaatsen stamt uit 2004. Sindsdien is de vraag vanuit weggebruikers naar voorzieningen veranderd en komen er vanuit de markt signalen over nieuwe concepten voor verzorgingsplaatsen. De VOC is enthousiast over deze aanpak, maar pleit er wel voor om breder te kijken naar de functie van de verzorgingsplaatsen en het betrekken van omwonenden bij ontwikkelingen.

Bredere functie verzorgingsplaatsen is prima, mits dat past binnen gemeentelijk beleid 

De verzorgingsplaatsen langs Rijkswegen zijn een basisvoorziening voor weggebruikers. Vaak kwam dit neer op de vestiging van een tankstation met een restaurant. Tegenwoordig hebben weggebruikers ook andere wensen, zoals het opladen van elekrisch rijdende voertuigen en de dagelijkse boodschappen kopen. Veel aanbieders zetten al in op “shop-in-shop”-concepten, waarbij tankstation en een vorm van detailhandel worden gecombineerd. In het buitenland is deze trend al langere tijd en op grotere schaal zichtbaar. Veel verzorgingsplaatsen zijn al uitgegroeid tot multifunctionele terreinen met horeca- en overnachtingsfuncties. Overheden zetten in op kwaliteitsborging en het concentreren van verblijfs- en nutsfuncties rondom mens en voertuig. De Vlaamse overheid hanteert een puntenclassificatiesysteem voor de verzorgingsplaatsen en in Duitsland zijn er Autohofen met tankstations, hotels en restaurants.

Het toevoegen van nieuwe functies met een bredere dienstverlening kan op lokale en regionale schaal economische waarde genereren door het creëren van werkgelegenheid en ruimte bieden aan nieuw ondernemerschap. De VOC juicht dit toe, maar wil dat er een goede afstemming plaatsvindt met het gemeentelijke economische en planologische beleid vanwege de spreiding van functies en het creëren van een eerlijk speelveld.  Zo moet de vestiging van een motel op een verzorgingsplaats bijvoorbeeld niet strijdig zijn met de ordening en spreiding die het gemeentelijke economische beleid op dit vlak beoogt. Nieuwe functies moeten in balans zijn met de daadwerkelijke functie van verzorgingsplaatsen en dus niet leiden tot een substantiële toename van verkeersbewegingen. De VOC adviseert daarnaast om vanuit Rijkswaterstaat een centrale beheersfunctie in te stellen die contact houdt met gemeenten en zorgt voor een goede afstemming tussen beleid en beheer.

De VOC heeft ook aangegeven dat er moet worden nagedacht over de verspreiding van toeristische en recreatieve informatie via de verzorgingsplaatsen.  Grotere verzorgingsplaatsen kunnen vanwege hun ligging en aantrekkingskracht ook een functie vervullen in het informeren van bezoekers aan de regio. Een mooie kans om de maatschappelijke functie te versterken!

Maak duurzame energiebronnen makkelijker verkrijgbaar 

Mobiliteit vormt een van de grootste vervuilingsbronnen en kost veel energie. Vandaar dat in het brede overheidsbeleid wordt ingezet op verlaging van de emissies van schadelijke stoffen en het stimuleren van duurzame brandstoffen als energiebron voor mobiliteit. Het huidige beleid over verzorgingsplaatsen gaat nog teveel uit van de verkoop van fossiele brandstoffen via het tankstation als distributeur, terwijl er vanuit de markt vraag ontstaat naar andere bronnen en distributiemodellen. Alle reden dus om het beleid ook op dit punt te actualiseren. Dat vraagt ook om een herbezinning op de manier waarop er concessies worden verleend, vooral vanwege de terugverdientermijn van investeringen en het nemen van risico’s die inherent zijn aan het openen van nieuwe distributiepunten in regio’s waar de vraag momenteel nog onvoldoende is voor een rendabele exploitatie. De VOC pleit tenslotte ook voor betere informatievoorziening over de prijs en de verkrijgbaarheid van duurzame brandstoffen en energiebronnen.

Sociale veiligheid: inzetten op handhaving en kwaliteitsverbetering langdurig parkeren:

De VOC vraagt ook aandacht voor sociale veiligheid. In de verkenning van Rijkswaterstaat wordt er vooral gekeken naar de verzorgingsplaatsen, maar voor gemeenten zijn voldoende en veilige voorzieningen voor het langduriger parkeren door beroepschauffeurs essentieel. Vanwege de afgelegen ligging tot de bebouwde kom zijn veel verzorgingsplaatsen kwetsbaar: bij inbraken wordt de vluchtauto alvast klaargezet en ladingdiefstallen komen nog altijd te vaak voor. Enkele gemeenten zetten in op het faciliteren van “vrachtwagenparkeren”  op beveiligde en afgesloten terreinen, met een gebiedsverbod voor geparkeerde vrachtwagens binnen de bebouwde kom als maatregel binnen de Algemene Plaatselijke Verordening. Dat kan een goed begin zin. Maar er moet meer aandacht komen vanuit de Rijksoverheid voor het opvangen en spreiden van langdurig parkeren door beroepschauffeurs. Het mes snijdt aan twee kanten: er komt ruimte vrij voor andere gebruikers van verzorgingsplaatsen en de beroepschauffeurs krijgen betere voorzieningen. De VOC pleit voor een actievere rol van de Rijksoverheid om te voorzien in dergelijke voorzieningen.

 

VOC Intergemeentelijk Verkeersoverleg over de Omgevingswet en elektrisch laden voertuigen

Op 2 juni kwam het VOC Intergemeentelijk Verkeersoverleg bijeen in Den Haag. De aanwezige gemeenten bespraken de invoering van de Omgevingswet in relatie tot mobiliteit en de voortgang van het Rijksbeleid over elektrisch laden van voertuigen. 

Omgevingswet in relatie tot mobiliteit

Vanuit Mobycon werd er een presentatie gegeven over de invoering van Omgevingswet en de benodigde inzet vanuit het beleidsveld mobiliteit. Mobiliteitsopgaven staan niet meteen op het netvlies maar zijn cruciaal bij het uitrollen van het gemeentelijk ruimtelijk beleid en de vertaling daarvan in regelgeving. Binnen de gemeentelijke praktijk is integraal denken en handelen cultureel gezien de normaalste zaak van de wereld, maar in praktische zin moeilijk te organiseren. Het is in ieder geval zaak dat het beleidsveld mobiliteit goed wordt betrokken en de kans pakt om het beleid onder de loep te nemen. De Omgevingswet biedt gemeenten immers ruimte om eigen afwegingen te maken. Op concreet niveau kan er gedacht worden aan de toepassing van parkeernormen of juist het stimuleren van andere vormen van mobiliteit, emissienormen en toegankelijkheid. CROW pakt dit thema onder andere met de VOC verder op. In september wordt er binnen het Intergemeentelijk Verkeersoverleg verder over gesproken.

Stand van zaken  rijksbeleid  elektrisch rijden

Vanuit het ministerie van Economische Zaken werd de stand van zaken op het gebied van elektrisch rijden toegelicht. Het ministerie werkt momenteel aan een routekaart elektrisch rijden. Op basis van deze routekaart wordt er gezocht naar verbindingen tussen topsectoren en bedrijven op dit vlak. Nederland is op dit moment een koploper op het gebied van slim laden. In veel omliggende landen ligt de nadruk op het laden van voertuigen, terwijl in Nederland al verder wordt gekeken naar “slim laden” door het efficiënt omgaan met het elektriciteitsverbruik tijdens het laadproces en het balanceren tussen afname en het totale elektriciteitsnetwerk. Ook de toegang tot de oplaadpalen is vrij uniek geregeld door het inloggen met een persoonlijke pas. Algemeen valt op dat er in Nederland al een hoge standaardisering is bereikt rondom het oplaadsysteem, terwijl er in andere landen sprake is van meerdere aanbieders die meerdere systeemstandaarden hanteren. Vanuit de Green Deal Elektrisch Vervoer en het Nationaal programma Luchtkwaliteit wordt er ingezet op uniformering van de eisen voor laadpalen. Vanuit het ministerie is er nog een extra rijksbijdrage van €1.5 miljoen beschikbaar gesteld voor de plaatsing van laadpalen in gemeenten. Dit betekent dat er €500,- per paal aan rijkssubsidie beschikbaar is.

Een cruciale slagingsfactor is de beschikbaarheid van oplaadsystemen en voertuigen. Het omslagpunt hierin is bijna bereikt. Dit komt ook doordat grote spelers zoals IKEA gratis laden in de parkeergarage aanbieden.

Vanuit gemeenten komen vooral de ruimtelijke kwaliteit en de parkeerdruk als pijnpunten naar boven. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de hoeveelheid laadpalen die in de openbare ruimte geplaatst moeten worden. Daarnaast moeten er aparte parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen via een verkeersbesluit worden aangewezen. Dit beperkt de beschikbare parkeerplaatsen voor andere voertuigen, waardoor de parkeerdruk stijgt. Vanuit de VNG is er een handreiking over elektrisch laden beschikbaar.

Toegankelijkheid en binnenstedelijk bouwen

De gemeenten bespraken ook de ontwikkelingen rondom binnenstedelijk bouwen en parkeren. De parkeernorm verdwijnt uit het bouwbesluit en moet via een bestemmingsplan worden geregeld. Aan de andere kant vormen parkeernormen en de fysieke faciliteiten vanwege kosten en ruimtebeslag een hinderpaal. Gemeenten zoeken naar mogelijkheden om toch te voorzien in de mobiliteitsbehoefte van bewoners, zonder dat er gekozen moet worden voor suboptimale oplossingen zoals parkeerplaatsen.

Vanuit het CROW werd aangegeven dat de inwerkingtreding van het VN-verdrag voor de gelijke rechten van mensen met een beperking ook consequenties heeft voor het mobiliteitsbeleid. Op een later moment wordt teruggekomen op de concrete vertaling van het VN-verdrag naar de gemeentelijke mobiliteitspraktijk.

Middagprogramma: groot onderhoud Raamweg in Den Haag

In het middagprogramma gaf de gemeente Den Haag een presentatie over het groot onderhoud aan de Raamweg, een van de grote verkeersaders binnen de stad. De IVO-deelnemers werden meegenomen in de dilemma’s en uitdagingen van dit grootschalige onderhoudsproject en brachten vervolgens een bezoek aan deze locatie.