Op weg met waterstof

Tijdens twee online bijeenkomsten gingen we met medewerkers van verschillende gemeenten in gesprek over de rol van waterstof. Gemeenten gaan namelijk een essentiële rol spelen in de vergunningverlening, planning en implementatie van waterstofvoorzieningen. Daarom werken het GNMI en het landelijke H2-Platform aan een handleiding hierover.

Het doel was onder andere om te inventariseren waar gemeenten behoeften aan hebben. En er waren drie presentaties. Marcel Weeda (TNO) gaf informatie over technische aspecten en stand van zaken van de inzet van waterstof voor mobiliteit en de bebouwde omgeving. Hij gaf een omschrijving van disciplines waar waterstof voor gebruikt kan worden, zoals openbaar vervoer. Ook besprak hij de samenwerking tussen overheden en ondernemers.

Daarna sprak Jean-Paul de Poorter (H2-Platform) over rol van het waterstofplatform en de boodschap richting gemeenten. Waterstof en batterij-elektrisch bestaan naast elkaar in duurzaam energiesysteem maar veel bestemmingsplannen kennen de activiteit waterstof nog niet. De meeste gemeenten zijn nog onvoldoende vertrouwd met waterstof, maar ze hebben er wel belang bij. Een mooi voorbeeld is het convenant van Drechtsteden en de taxi onderneming in Den Haag..

De laatste presentatie was van Willem Hazenberg (Stork). Hij is projectleider Waterstofwijk Hoogeveen. In Noord-Nederland willen ze het waterstofvraagstuk als keten oppakken. De prijs waterstof daalt constant en de verwachting is dat die verder blijft dalen.

Tijdens de tweede bijeenkomst werd Mentimeter ingezet. Vooraf en tijdens de vergadering is de deelnemers gevraagd een realtime enquete in te vullen. Dat leverde levendige discussies op en en maakte duidelijk dat er behoefte is aan platform/centrale ondersteuning.

Mentimeter: enquête invullen

Mentimeter: resultaten enquête

Deze twee bijeenkomsten waren een verkenning naar de vragen die bij gemeenten leven. Mede op basis daarvan gaat het GNMI, samen met andere partijen, de komende periode gemeenten ondersteunen op basis van hun concrete behoefte.

 

 

Contactgroep Openbaar Vervoer (OV) 19 mei: coronamaatregelen en toegankelijkheid

Op 19 mei kwamen de leden van de contactgroep OV digitaal bij elkaar om te praten over onder andere coronamaatregelen en toegankelijkheid OV. De afgevaardigden van gemeenten spraken over coronamaatregelen en de invloed daarvan op het gebruik van het openbaar vervoer. Er is sprake van gedragsverandering en daardoor effect op het OV-gebruik.

De Rijksoverheid maakt nieuwe regels voor toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Het GNMI is hierbij betrokken. De grote vraag is nog voor welke vervoerssoorten de regeling geldt en wat toegankelijkheid inhoudt. Een volledig dekkende regeling is niet haalbaar en aan de andere kant is het belangrijk dat toegankelijkheid verder gaat dan het aanpassen van haltes en voertuigen. Tegelijkertijd komt er geen budget beschikbaar voor extra maatregelen zodat gemeenten fysieke aanpassingen in de tijd moeten uitsmeren. Het aanpassen van haltes kost veel geld. Inzet van het beleid moet gericht zijn op aspecten zoals je weg kunnen vinden in het OV, beschikbaarheid van zitplaatsen en goede looproutes naar haltes. Gemeenten vinden het belangrijk dat een brede groep inwoners gebruik kan maken van het openbaar vervoer maar zijn ook bezorgd over de kosten en haalbaarheid van de maatregelen.

De volgende contactgroep OV is ook online op 19 september 2020.

 

Gemeenten moeten gezamenlijk optrekken en van elkaar leren

Roeland van der Zee is sinds juni lid van het Dagelijks bestuur van het GNMI. Hij is wethouder in Arnhem en onder andere verantwoordelijk voor de (duurzame) mobiliteit in deze gemeente.

‘De belangrijkste toegevoegde waarde is het als gemeenten gezamenlijk optrekken, van elkaar leren en belangrijke onderwerpen op de juiste agenda’s plaatsen. Hiervoor is expertise, onderzoek en lobby nodig en die vind ik bij GNMI,’ vertelt Roeland. We spraken hem na zijn benoeming.

Hoe ben je in contact gekomen met het GNMI?

Roeland:’ de gemeente Arnhem is al jaren lid van GNMI. Ik kwam in contact via de ambtelijke weg en door publicaties. Het viel me op dat vrijwel alle onderwerpen op de GNMI-agenda, ook actuele onderwerpen voor Arnhem zijn. Bijvoorbeeld parkeren, aanbestedingen in het OV en doelgroepenvervoer. Maar ook verkeersveiligheid, fiets en taxi. De omslag naar zero emissie is op veel fronten actueel, zoals bij de Zero Emissie binnenstadsdistributie.

Wat zie jij als belangrijke uitdaging voor het GNMI? Waar wil je graag aandacht voor, wat wil je bereiken?

‘De belangrijkste toegevoegde waarde is het als gemeenten gezamenlijk optrekken, van elkaar leren en belangrijke onderwerpen op de juiste agenda’s plaatsen. Hiervoor is expertise, onderzoek en lobby nodig en die is er bij het GNMI. Ook de link met de VNG is hierbij belangrijk. Het uiteindelijke doel is kennis delen en als gezamenlijke gemeenten vertegenwoordigd zijn aan tafel bij overige overheden en marktpartijen,’ vertelt Roeland.

Hoe zie je je rol als lid van het dagelijks bestuur van het GNMI?

‘ Ik vind het leuk en zinvol om actief betrokken te zijn bij onderwerpen, waarvan de meeste vrijwel overal tegelijk actueel zijn. De onderwerpen die in Arnhem de bestuurstafel passeren, blijken op hetzelfde moment overal te spelen. Dan is het goed om niet steeds zelf het wiel uit te vinden, maar ook om een inhoudelijke bijdrage te kunnen leveren ten behoeve van anderen.’

Waar liggen de uitdagingen voor de toekomst?

‘Het is belangrijk om de ontwikkelingen met betrekking tot mobiliteit en bereikbaarheid op de voet te volgen en kennis daarover te delen. In het bijzonder, bijvoorbeeld als gevolg van de coronacrisis en daarbij behorende maatregelen, is het goed om af te stemmen welke maatregelen wel of juist niet werken. Ik ben onder de indruk van het werk dat door GNMI verzet wordt. Met de inzet van een kleine staf worden werkgroepen en externe expertise omgezet in rapportages, presentaties en lobby van hoge kwaliteit. Ik hoop dat steeds meer gemeenten dit herkennen en ondersteunen, in ieder geval door een lidmaatschap.’