Het GNMI en… Caroline Wendel (gemeente Doetinchem)

Via het GNMI blijven we op de hoogte van actuele ontwikkelingen

Bij de gemeente Doetinchem houdt Caroline Wendel zich bezig met mobiliteit en bereikbaarheid. Doetinchem is een centrumgemeente en de bereikbaarheid vanuit de omliggende regio is echt een uitdaging. Een hele belangrijke, gezien het hoge voorzieningenniveau daar.

 

Integrale blik

Caroline: ’sinds 2,5 jaar ben ik strategisch adviseur bij de gemeente Doetinchem op de afdeling Regie en Samenleving. Wij adviseren over trends en ontwikkelingen op allerlei beleidsterreinen waarbij we opgaven vanuit een integrale blik aanpakken. Ik ben veel bezig met het waarborgen en verbeteren van de mobiliteit en bereikbaarheid in de regio. Maar de verbinding met grotere steden als Arnhem en Nijmegen moet ook goed zijn, zodat mensen in onze gemeente kunnen blijven wonen, terwijl ze daar in de buurt werken of studeren.’

Linking pin

‘Mijn voorganger had al connecties met het GNMI, die heb ik van hem overgenomen toen ik met deze functie begon. Er is veel kennis en informatie te halen bij het GNMI, niet alleen voor mij, maar ook voor mijn collega’s verkeerskundigen en collega’s van WMO-bereikbaarheid. Ook de link met de dynamiek in Tweede Kamer vind ik een meerwaarde. Via het GNMI kunnen we op een eenvoudige manier op de hoogte blijven van actuele en relevante informatie,’ vindt Caroline.

Regionale samenwerking

Caroline: ’binnen de regio werken we samen met zeven gemeenten. Dit samenwerkingsverband heeft een nieuwe vorm gekregen met vertegenwoordiging vanuit de 3 O’s (overheid, onderwijs en ondernemers). Voor mobiliteit en bereikbaarheid levert dat een meer integrale kijk op als het gaat om mobiliteit en bereikbaarheid. Van vervoerders krijgen we op deze manier bijvoorbeeld ervaringen mee op bepaalde routes. Tegelijkertijd krijgen zij weer inzicht hoe afwegingen moeten worden gemaakt als er meerdere belangen naast elkaar liggen. Wederzijdse winst dus.’

Platform voor regionale mobiliteit

Het GNMI zet samen met RMO Noord-Limburg, Regio Arnhem-Nijmegen en andere regio’s een landelijk platform voor regionale mobiliteit op. Het platform is voor coördinatoren, (strategisch) adviseurs mobiliteitsbeleid van regionale samenwerkingsverbanden van gemeenten.

Bekijk de agenda van de bijeenkomst van 29 juli 2021 om een beeld te krijgen van het platform. Een samenvatting en uitgewerkt plan is verkrijgbaar op aanvraag via onderstaande formulier.

Centraal staan onderlinge kennisuitwisseling, dialoog met Rijksoverheid en landelijke stakeholders over knelpunten in beleid. De VNG sluit aan voor de belangenbehartiging en het CROW voor de kennisvraag. De vergaderingen en het digitale netwerk zorgen ervoor dat je je collega’s in het land snel kunt vinden. Het platform wordt via het GNMI-Netwerk verbonden met onder meer het landelijke strategisch mobiliteitsoverleg van gemeenten (IVO) en de Contactgroepen voor openbaar, verkeersveiligheid en parkeren.

Vertegenwoordig je een regionaal samenwerkingsverband van gemeenten en houd je je bezig met mobiliteitsbeleid? Je kunt eerst op geheel vrijblijvende basis aansluiten om vervolgens te bepalen of je regio structureel aansluit.

Aanmelden

Je kunt je kosteloos aanmelden voor alleen de eerstvolgende vergadering, of kosteloos aansluiten als proefdeelnemer.

Aanmelden voor GNMI Platform Regionale Mobiliteit
Aanmelden

 

Dennis Bruin

Het GNMI en… Dennis Bruin (gemeente Leiden)

Gezamenlijk kunnen we veel meer bereiken

Bij de gemeente Leiden stuurt Dennis Bruin het team parkeermanagement aan. Hij woont zelf in Hoorn en weet dus als geen ander alle uitdagingen van het woon-werkverkeer. Wat zijn werk betreft is zijn grootste uitdaging nu het opstellen en uitvoeren van een uitvoeringsplan van de maatregelen die zijn opgenomen in de Mobiliteitsnota en de Parkeervisie.

Dennis Bruin

 

Dennis: ’omdat mijn werk niet bij mij om de hoek is heb ik diverse modaliteiten geprobeerd. Voor de coronacrisis was het Openbaar Vervoer de voor mij meest ideale optie voor woon- werkverkeer. Inmiddels werk ik zo goed als volledig thuis. Met het team parkeermanagement zijn we verantwoordelijk voor de parkeerexploitatie in Leiden. Daar valt zowel fietsparkeren als autoparkeren onder. Hierdoor zijn wij bij alle projecten betrokken die gevolgen hebben voor auto- of fietsparkeren. Daarnaast ben ik projectleider geweest van de in juli 2020 vastgestelde Parkeervisie Auto- en Fietsparkeren Leiden 2020-2030.’

Autoluwe binnenstad

De Parkeervisie hangt nauw samen met de plannen om van Leiden een autoluwe binnenstad te maken. ‘Ook het uitvoeren van de wens voor meer fietsenstallingsplaatsen en meer groen in de binnenstad horen bij deze visie. Een van de grootste projecten is het uitbreiden van het betaald parkeren in de stad tot aan de gemeentegrenzen. Momenteel nog met uitzondering van vier woonwijken’, vertelt Dennis.

Leren en samen optrekken

Dennis: ’ik loop al een groot aantal jaren rond in de verkeers- en parkeerwereld en heb het GNMI vanaf het begin gevolgd. Leiden is al decennia lid van het GNMI en voorgangers. Tevens ben ik zelf ook al jaren nauw betrokken bij de commissie gemeente van de Vexpan. Ook daar proberen wij ervoor te zorgen dat gemeenten samen kunnen optrekken. Het grootste voordeel, danwel waarde, van het GNMI is dat we proberen van elkaar te leren en proberen te voorkomen dat telkens het wiel opnieuw wordt uitgevonden. Waar nodig bundelen we krachten om bij andere instanties of overheidsorganisaties een betere, belangrijkere sparringpartner te zijn. Gezamenlijk kunnen wij veel meer bereiken dan alleen en kunnen we ruis voorkomen.’

Tip

Dennis is van mening dat het GNMI vooral door kennisdeling en bundeling van krachten richting andere overheidsorganisaties kan bijdragen aan het oppakken van parkeervraagstukken bij gemeenten. Dennis: ’ook merk ik steeds weer dat eventuele drempels om elkaar te bellen verkleind worden als er in via het GNMI al contacten zijn gelegd. Twijfel dus niet en bel je collega!’

Invoering gemeentelijke nul emissiezones voor stadslogistiek

Vanaf 2025 moeten 30 tot 40 gemeenten een zero-emissiezone voor stadslogistiek (ZES) invoeren. Deze ambitie is opgenomen in het Klimaatakkoord. Inmiddels heeft het kabinet de inhoudelijke contouren voor het toegangsregime bekend gemaakt; gemeenten stellen zelf de omvang van de zones vast en zijn al aan de slag met de voorbereidingen.

Stimuleren van schone logistiek vraagt om duidelijke spelregels

De regelgeving voor de nul-emissiezones wordt zoveel als mogelijk landelijk ingevoerd. Hiermee wil het kabinet de wildgroei aan lokale regelgeving, zoals bij de voormalige milieuzones, voorkomen. En het geeft ook duidelijkheid aan de logistieke sector. Tegelijkertijd is het belangrijk dat gemeenten zelf de omvang van de zone kunnen vaststellen en specifieke ontheffingen voor voertuigen kunnen afgeven. De nul-emissiezones kunnen in de toekomst eventueel uitgebreid worden voor bepaalde groepen voertuigen zoals taxi’s en touringcars. Dit moet in de evaluatie van 2022 worden meegenomen.

Landelijk overleg over nul emissiezones

De regelgeving is tot stand gekomen via een landelijke overlegtafel tussen het Rijk, sectorpartijen TLN, BOVAG en EVOFENEDEX, de VNG, de G4-gemeenten, gemeente Tilburg, het GNMI, MKB Nederland, Natuur & Milieu, en de RAI Vereniging. Zij hebben gezamenlijk gewerkt aan het vaststellen van afspraken over de nul-emissiezones. Veel gemeenten hebben stevige duurzaamheidsambities en zien de nul-emissiezone als instrument om de bevoorrading van kernwinkelgebieden via schone voertuigen te stimuleren.

Op weg naar afronding van de uitvoeringsagenda

Aan de landelijke overlegtafel zijn er afspraken gemaakt om de invoering van nul-emissiezones te faciliteren, zoals het toelatingsregime en een overgangsregeling voor Euro-6-voertuigen. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Uitvoeringsagenda stadslogistiek. De uitvoeringsagenda bevindt zich in de afrondende fase. Het is de bedoeling dat de uitvoeringsagenda op relatief korte termijn wordt ondertekend door de partijen aan de landelijke overlegtafel en de gemeenten die aan de slag gaan met de besluitvorming voor de invoering een nul-emissiezone.
Op basis van de uitvoeringsagenda gaan de betrokken partijen en de gemeenten vervolgens verder aan de slag met de invoering van de nul-emissiezones per 1 januari 2025. Het GNMI brengt momenteel geïnteresseerde gemeenten in kaart voor het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

Het GNMI levert een bijdrage aan beleidsontwikkeling

Het GNMI zorgt voor de verbinding tussen het landelijke overleg en gemeenten die zo’n zone willen invoeren. Daarnaast pakken wij een tweetal onderzoeksopdrachten op:
*  we gaan kijken naar het ontwikkelen van één standaard voor toezicht en handhaving op het binnenrijden van deze zones en
*  we werken met gemeenten aan een menukaart om de instroom van schone voertuigen te stimuleren, los van de landelijke subsidieregeling die hiervoor wordt ingevoerd.
Daarnaast brengen wij gemeenten samen in een ambtelijke werkgroep om bepaalde issues rondom de invoering samen op te pakken. Het GNMI coördineert en ondersteunt deze werkgroep in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Met de Topsector Logistiek kijken we hoe gemeenten de ruimtelijke vraag van logistieke hubs in goede banen kunnen leiden zodat – naast nul-emissie – ook het slimmer en duurzamer bevoorraden van steden op gang kan worden gebracht. Daarom nemen we deel aan de stuurgroep steden van de Topsector Logistiek.

Meer weten over de voortgang van de Uitvoeringsagenda?

Wil je met gemeentelijke collega’s van gedachten wisselen over beleidsontwikkelingen en de voortgang van de Uitvoeringsagenda? Of wil je deelnemen aan de brede werkgroep van gemeenten? Neem dan contact op met Eugéne van de Poel: eugene.vandepoel@gnmi.nl of 06-57593160.


Online seminar over gedrag en mobiliteit met Thalia Verkade

Op 16 december organiseert het GNMI een online mini seminar over gedrag en mobiliteit. Vanaf 13.00 uur gaat Thalia Verkade, correspondent Mobiliteit, in gesprek over de verkeerskundige, technische benadering waarmee we nu ons straatleven vormgeven. Op welke manieren kun je nog meer over inrichting van de publieke buitenruimte praten en nadenken?

Inspiratie

Thalia schreef het boek ‘Het recht van de snelste’. “Steekt een hert de weg over of rijden wij dwars door zijn bos heen? Waarom moet je op een knopje drukken als je de straat over wilt steken? Hoe kan het dat we steeds sneller reizen maar geen seconde eerder thuiskomen? Van stoplichten tot files, van een straat vol stilstaande auto’s tot fietssnelwegen: hoe we ons verplaatsen, heeft een enorme invloed op hoe we straten, dorpen, steden en wegen inrichten. En hoe we met elkaar omgaan.” In dit boek laten journalist Thalia Verkade en professor Marco te Brömmelstroet zien hoe we hier gekomen zijn, en welke waarden ten grondslag liggen aan de inrichting van onze straten. En stellen daar een radicaal nieuwe kijk tegenover.

Praktische informatie

Het online seminar vindt plaats op 16 december van 13:00 tot 14:00 via Teams. Het volgt direct op de Algemene Vergadering van het GNMI. De Algemene Vergadering is alleen voor de leden, maar het seminar is voor alle wethouders en beleidsadviseurs van gemeenten in Nederland. Er zijn geen kosten aan verbonden.

Aanmelden

Wil je erbij zijn? Meld je hier aan. Nadere informatie volgt na inschrijving.

Selecteer een geldig formulier

Algemene vergadering op 16 december

Op 16 december vindt de Algemene Vergadering van het GNMI online plaats. De vergadering duurt van 12.30 tot 13.00 uur. Op de agenda staan het werkprogramma en de begroting van het GNMI voor het komende jaar (2021). 

De wethouders met mobiliteit in de portefeuille van de gemeenten die lid zijn van het GNMI zijn van harte hiervoor uitgenodigd.  

Mini seminar 

Aansluitend aan de vergadering is er een online mini seminar over gedrag en mobiliteit. Thalia Verkade, correspondent Mobiliteit, gaat in gesprek over de verkeerskundige, technische benadering waarmee we nu ons straatleven vormgeven. Op welke manieren kun je nog meer over inrichting van de publieke buitenruimte praten en nadenken?  

Inspiratie 

Thalia schreef het boek ‘Het recht van de snelste’. “Steekt een hert de weg over of rijden wij dwars door zijn bos heen? Waarom moet je op een knopje drukken als je de straat over wilt steken? Hoe kan het dat we steeds sneller reizen maar geen seconde eerder thuiskomen? Van stoplichten tot files, van een straat vol stilstaande auto’s tot fietssnelwegen: hoe we ons verplaatsen, heeft een enorme invloed op hoe we straten, dorpen, steden en wegen inrichten. En hoe we met elkaar omgaan.” In dit boek laten journalist Thalia Verkade en professor Marco te Brömmelstroet zien hoe we hier gekomen zijn, en welke waarden ten grondslag liggen aan de inrichting van onze straten. En stellen daar een radicaal nieuwe kijk tegenover.

Aanmelden

Selecteer een geldig formulier