Het GNMI en ….Charlotte Bax (SWOV)

Van elkaar leren is een belangrijke toegevoegde waarde van het GNMI 

Een brug slaan tussen de wetenschap en de praktijk op het gebied van verkeersveiligheid. Dat is waar Charlotte Bax dagelijks mee bezig is in haar werk bij SWOV en het Kennisnetwerk SPV (Strategisch Plan Verkeersveiligheid). Ze doet onderzoek naar hoe gemeenten en provincies kennis over verkeersveiligheid gebruiken.

kenniscafe

Online

Charlotte:’ Ik schuif regelmatig aan bij de GNMI-vergaderingen als SWOV of het Kennisnetwerk SPV informatie heeft over verkeersveiligheid die van belang is voor gemeenten. Het is fijn dat er een platform is waar gemeenten van en met elkaar kunnen leren over verkeersveiligheid. Ik merk dat de online bijeenkomsten mooie kansen bieden om elkaar te spreken, ook voor gemeenten die vóór de corona pandemie weinig tijd hadden om te reizen.’

Toekomst

‘Ik ben heel benieuwd hoe gemeenten komend jaar de uitvoeringsprogramma’s gaan oppakken en of de risico-analyses hierbij gaan helpen. We doen bij SWOV dit jaar onder andere onderzoek naar hoe gemeente aan kennis komen over de effectiviteit van verkeersveiligheidsmaatregelen. Daar zou ik graag eens over willen praten. Gemeenten die mee willen werken aan dat onderzoek kunnen met ons contact opnemen’, vertelt Charlotte.

Meer leden

Charlotte:’ Ik ben blij dat er met het GNMI een platform is waarbij gemeenten samen over verkeersveiligheid kunnen spreken. Het van elkaar leren is een belangrijke toegevoegde waarde van het GNMI. Het biedt ook mooie kansen om te inventariseren welke issues er leven bij gemeenten en die aan te kaarten bij provincies, het rijk en kennisinstituten. Het zou prachtig zijn als het GNMI nog meer leden zou kunnen aantrekken!’

Kennisnetwerk parkeren

Wat doen we?

Het gemeentelijk parkeerbeleid wordt steeds complexer: er zijn meer voertuigen, er zijn nieuwe voertuigsoorten en in bouwplannen is het steeds moeilijker om te zorgen voor parkeerruimte. Daarnaast ontbreekt er veel concrete kennis over bijvoorbeeld prijseffecten van parkeerbeleid en is het lastig om draagvlak voor het parkeerbeleid te creëren. Het CROW-KpVV, Vexpan en het GNMI werken samen in het kennisnetwerk parkeren om de komende jaren onderzoek te doen en gemeenten te informeren over de mogelijkheden van het parkeerbeleid. Het GNMI richt zich vooral op het meedraaien in onderzoeken rondom energiegebruik, draagvlak en ruimtegebruik. Daarnaast geven we aandacht aan parkeerdata en het digitaliseren van parkeerproducten.

Wat levert het op?

Gemeenten hebben toegang tot actuele en betrouwbare kennis waarmee het parkeerbeleid onderbouwd kan worden.

Het kennisnetwerk parkeren wordt gefinancierd via het KpVV-kennisprogramma.

Zie ook het artikel.

Busje met pakketbezorger

Uitvoeringsagenda zero emissie stadslogistiek

Wat doen we?

In het Klimaatakkoord is de ambitie opgenomen dat 30 tot 40 Nederlandse gemeenten een nul-emissiezone voor stedelijke logistiek invoeren in 2025. Het GNMI was betrokken bij het opstellen van de Uitvoeringsagenda en keek naar de haalbaarheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid van de afspraken. Door onze inzet heeft een aantal steden meegedaan aan de eerste ondertekening van de Uitvoeringsagenda. Daarnaast inventariseren we de mogelijkheden voor toezicht/handhaving en zorgen wij voor een actuele Handreiking stedelijke logistiek voor gemeenten.

Wat levert het op?

Haalbaar, betaalbaar en realistisch uitvoerbaar beleid voor gemeenten, waarbij gezamenlijk kennis wordt gedeeld. Gemeenten besparen daardoor kosten en trekken samen op. We dragen ook bij aan hanteerbare (landelijke) regelgeving.

Het GNMI ontvangt voor dit project een subsidie van het ministerie van I&W.

Zie ook het artikel .

Zie ook ‘Op weg naar zes’.

Zero emissie doelgroepenvervoer

Wat deden we?

In 2025 moeten alle voertuigen in het gemeentelijke doelgroepenvervoer volledig emissievrij zijn. Het GNMI voerde het secretariaat voor zowel het bestuursakkoord en het convenant zero emissie doelgroepenvervoer uit. Binnen de Coalition of the WIlling worden kennis en ervaringen uitgewisseld tussen gemeenten, regio’s en marktpartijen die met deze opgave bezig zijn.

Wat leverde het op?

Het GNMI zorgde voor de verbinding tussen gemeenten, vervoerders en voertuigaanbieders. Daardoor is er bekendheid met elkaars problematiek en werd er gezocht naar concrete oplossingen, zoals de beschikbaarheid van voldoende voertuigen, maar ook laadinfrastructuur. Dat laatste heeft ertoe geleid dat er binnen de Nationale agenda laadinfrastructuur ook aandacht is voor het doelgroepenvervoer.

Het GNMI ontving voor de periode 2019-2020 voor dit project een subsidie van het ministerie van I&W.