De inrichting van mobiliteit: denk in belastingschrijven
Toegegeven, het is op het eerste gezicht niet de meest verleidelijke beeldspraak, maar toch kunnen belastingschijven inspiratie zijn voor verkeerskundigen. We denken nu immers na over het bouwen van grote woningaantallen en dat vraagt om forse investeringen. Maar iedere ontwikkeling vraagt om maatwerk: de woningbouwproductie in de Randstad is van een andere orde dan het bereikbaar houden van andere landsdelen. We moeten dus kosten en baten in balans houden. Net als in een belastingstelsel is het dus nodig om ergens een goede balans te vinden in maatregelen en de financiering daarvan. IVO-voorzitter en Windesheim-docent Adriaan Walraad laat zijn licht schijnen over de vergelijking tussen de fiscus en het verkeersysteem.
Nultarief: het dagelijkse systeem dat we garanderen
In het huidige belastingstelsel komen de meeste opbrengsten uit de eerste schijf: het inkomen uit arbeid. De meeste mobiliteitsgebruikers verplaatsen zich binnen hun woonplaats en de nabije regio (het daily urban system). Dit is het ruimtelijke systeem waarin mensen wonen, werken, recreëren, naar school gaan of culturele voorzieningen bezoeken. In deze omgeving staat het gewone leven centraal. Het is dus belangrijk dat we hier uitgaan van de wensen en behoeften van een zo groot mogelijke groep gebruikers die gratis of goedkoop gebruik maken van mobiliteit in een gezonde en leefbare omgeving.
Ik denk daarbij aan: goede beleving, mooi en prettig – voor het gebruik ervan zijn geen informatiestromen nodig of gewenst. Dit is het domein van fietsers, voetgangers en -gescheiden daarvan- bus, tram en metro. Dat vraagt dat 30km/u de norm is en dat er daarbinnen verblijfsplekken zoals parken, winkelcentra en schoolomgevingen zijn. Bereikbaarheid is hier vertaald in nabijheid en verplaatsingen, snelheid is daaraan ondergeschikt en goederenvervoer is in de vorm van koeriers en zero emissie fijndistributie. Verkeerskundig is die absoluut veilig (de doelstelling ‘nul slachtoffers’ begint hier). Duurzaam Veilig heeft hier nog wel wat blinde vlekken liggen.
Laag tarief: de nationale opgaven
In de tweede belastingschrijf staan de functies centraal voor de werkende bevolking en de verplaatsingen op nationale schaal. Gezien de aard van deze verplaatsingen wordt dit systeem minder vaak gebruikt: het gaat om verplaatsingen naar ruimtelijke functies die niet dagelijks voorkomen. Ook dit is een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar die mag meer opbrengen dan kosten. Ik denk aan een omgeving die sober en doelmatig is, die een goede oriëntatie voor de verkeersdeelnemer biedt, aangevuld met real time informatie en MAAS. Dit is het domein van auto en motorfiets, P+R en intercity treinen. Het is de traditionele verkeerskunde; in termen van netwerken met verkeersfunctie zelfs het ingenieursdomein. Bereikbaarheid wordt hier wel vertaald in snelheid en goederenvervoer is vrachtwagenverkeer. Hier mag er meer verwacht worden van de verkeersdeelnemer zelf in termen van verantwoordelijkheid nemen voor veiligheid en het dragen van kosten. Duurzaam Veilig staat hier in zijn kracht
Hoog tarief: internationale bereikbaarheid
De derde schijf bestaat uit internationale verplaatsingen. Die internationale verplaatsingen worden doorgaans hooguit enkele keren per jaar gemaakt. Verkeerskundig hebben we het over collectieve systemen waarbij de verkeersdeelnemer zich laat vervoeren. Dit zijn ook de sterkste schouders die de zwaarste lasten kunnen dragen. Hier is vooral de marktwerking leidend. Ik denk aan reizen waar de verkeersdeelnemer geleid en verzorgd wordt en waar pro-actieve informatiestromen mogelijk zijn. Dit is het domein van hogesnelheidstreinen en vliegtuigen; de snelheid impliceert vervoerswijzen met zeer hoog energieverbruik en hoge milieubelasting. Hubs en transferpunten bepalen het beeld van de reiziger, verder zijn hier autonome infrastructuren en de bereikbaarheid gaat in dit geval over slim koppelen van hubs en transferpunten. Goederenvervoer manifesteert zich als bulk en containers. Verkeersveiligheid is verantwoordelijkheid van een collectief vervoerssysteem, het individuele gedrag staat buiten spel. Duurzaam Veilig is hier al lang praktijk.
Geldstromen consistent krijgen
Net als belastingschijven komt ook hierbij geld kijken. Het zou mooi zijn om beschikbare financiële middelen voor mobiliteit ook op deze manier te verdelen. Dus niet zoals dat nu is: eerst rijk, dan provincie en wat er nog rest voor de gemeente. Eerst de middelen voor het daily urban system veiligstellen en nabijheid stimuleren- en dan de rest pas.
Hetzelfde principe geldt ook voor de eigen bijdrage van de reiziger: hoe hoger de schijf, hoe hoger de doorberekening van kosten aan de individuele reiziger. Ook dat is nu – opmerkelijk genoeg- andersom.
Adriaan Walraad