Deelmobiliteit: samen optrekken bespaart werk

Ananda Groag is een ervaren en toegewijde expert op het gebied van (deel)mobiliteit. Als zelfstandig ondernemer leidde ze de publiek-private samenwerking rond autodelen tijdens de Green Deal Autodelen. Met als opdrachtgever het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, richt ze zich, als lid van het programmateam van Natuurlijk!Deelmobiliteit, op duurzame mobiliteitsoplossingen. Hoe gaat het en wat kunnen we nog verwachten?

Ananda, wat is op dit moment de stand van zaken in Nederland op het gebied van deelmobiliteit? 

Ananda Groag

 

Ananda:’ Sommige vormen van deelvervoer, zoals deelauto’s, bestaan al jaren in ons straatbeeld. Andere vormen, denk aan deelscooters en vormen waarbij aanbod ‘vrij’ in de openbare ruimte staat en gebruikt kan worden, zijn nog wat jonger. De laatste jaren zie je dat het gebruik van deelvervoer gangbaarder wordt en dat Nederlandse gemeenten veel focus hebben op het onderwerp, omdat het een kansrijke schakel is in de mobiliteitstransitie. Het totale aanbod en gebruik is nog erg klein, in verhouding tot bezit en gebruik van, met name eigen auto’s. Daarom is er nog veel winst te behalen.’

 

 


Wat zit de opschaling van deelmobiliteit in de weg?

‘Allereerst is de ‘vrijheid’ die een eigen auto voor de deur geeft een soort ideaalbeeld en verworven recht geworden. Het is lastig om daar iets tegenover te zetten dat even gemakkelijk en aantrekkelijk is. Daar is een groter en breder aanbod voor nodig dat meer op elkaar aansluit, nog gemakkelijker is om te gebruiken en betaalbaar is. Tegelijkertijd moet er noodzaak zijn om gedrag te veranderen. Mensen moeten zich bewust(er) worden van de winst die er te behalen is voor zichzelf, voor de straat (ruimte), de stad en voor de wereld. Zo lang ‘niet duurzaam gedrag’ ruim baan krijgt, heeft niemand zin om te veranderen. Er is nog veel dat beter onderzocht en georganiseerd kan worden, daarvoor is het Programma Natuurlijk!Deelmobiliteit in het leven geroepen,’ vertelt Ananda.

Waarom is een nationaal programma nodig?

Ananda:’ Er zijn al programma’s rondom fietsstimulering, elektrisch rijden en autonoom vervoer, waarin wordt samengewerkt door overheden en soms ook marktpartijen. Maar deelmobiliteit bleef achter. Al eerder was er de Green Deal autodelen, maar zonder stevige middelen en capaciteit mis je slagkracht. De grote steden vonden elkaar op het onderwerp en sprokkelden soms wat geld bij elkaar voor een gezamenlijk project, maar dit was steeds weer een zoektocht. Met een samenwerkingsprogramma kun je samen zaken oppakken en zorg je ervoor dat het wiel niet elke keer opnieuw uitgevonden wordt. Door samen onderzoek te doen, beleid vorm te geven en dat op elkaar af te stemmen en grotere thema’s die verder reiken dan de gemeentegrenzen samen vorm te geven, bereik je meer en krijgt deelmobiliteit kans om te groeien en bloeien. We willen deelmobiliteit beter laten aansluiten, zodat er een logisch landelijk ‘netwerk’ ontstaan. Gemeenten hebben allemaal een eigen agenda en ambities; soms ook door de politiek ingegeven. Door samen op te trekken kunnen gemeenten werk besparen.’

Wat heeft het programma al opgeleverd?

‘We zijn al een tijd samen onderweg, ook voordat het programma formeel gestart is. Daarom hebben we al wat mooie dingen opgeleverd, waaronder de zogenaamde ‘modelbepalingen’. Gemeenten die vergunningen verlenen voor deelmobiliteit hebben hiervoor lokale wetgeving nodig. Om dit goed vorm te geven, kijken gemeenten vaak naar elkaar. In 2022 begonnen we met het in kaart brengen van verschillende voorbeeldbepalingen. Het GNMI heeft dit voor ons goed op een rij gezet en de conclusie was dat het wenselijk is om niet alleen voorbeelden weer te geven, maar meer adviserend te werk te gaan. Wat zijn de beste juridische bepalingen? Vandaar de term ‘modelbepalingen’. We hebben voor deze bepalingen intensief samengewerkt met een mooie mix van overheden en verschillende aanbieders van deelvervoer en er hebben verschillende juristen aan meegewerkt,’ legt Ananda uit.

Wat kan een gemeente concreet doen met die modelbepalingen?

Ananda:’ De modelbepalingen geven concrete tekstsuggesties om lokale wetgeving op gebied van deelmobiliteit vorm te geven. Hierbij kunnen ze ook lezen waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn. Een gemeente die nog geen beleidsregels heeft, kan hieruit putten. Er is bijvoorbeeld heel secuur nagedacht over het minimaliseren van regels. In de praktijk zie je dat gemeenten vaak toch te veel eisen en ook regels opnemen over zaken die op nationaal niveau al in wetgeving zijn verankerd. Overbodig dus. We hopen dat we hiermee bijdragen aan een simpeler proces voor zowel gemeenten als aanbieders. Uiteindelijk is het fijn als beleid meer op elkaar afgestemd is en niet een lappendeken van regels wordt. Zo groot isNederland namelijk niet. En zeker niet in de ogen van aanbieders die internationaal opereren.’

En wat juist niet? 

‘Voordat je beleidsregels gaat schrijven moeten er keuzes gemaakt worden. Een gids voor het maken van die keuzes is er nog niet. De bepalingen geven bijvoorbeeld geen antwoord op keuzes als het wel of niet kiezen voor vaste standplaatsen voor deelauto’s. Daarnaast zijn er ook qua wetgeving meerdere wegen naar die naar Rome leiden. Op dit moment zijn alle vormen van deelvervoer bij elkaar gevoegd. Er zijn ook argumenten te verzinnen voor het opsplitsen van deelmodaliteiten. Verder is er nog geen tekst voor een ‘schaarse vergunning’ opgenomen, terwijl dat wel een vorm is die veel gemeenten hanteren. We zijn nog niet klaar; er zijn altijd nieuwe ontwikkelingen die vragen om nieuwe regelgeving of actualisering ervan. We willen op basis van ervaringen van gemeenten de bepalingen periodiek actualiseren. Op 18 juni organiseren we een webinar, waarin gemeenten die op dit moment beleid aan het actualiseren of maken zijn, hun vragen of ervaringen kunnen inbrengen,’ aldus Ananda.

Wat kunnen we nog meer verwachten in de nabije toekomst?

Ananda:’ We zitten vol plannen en willen in volle vaart vooruit. Maar samenwerken vergt ook afstemming en tijd. We werken aan veel mooie thema’s zoals gebiedsontwikkeling, data infrastructuur, gezamenlijk onderzoek, parkeeroplossingen en meer. Stay tuned.’

 

 

 

 

1 antwoord

Trackbacks & Pingbacks

  1. […] Je leest het volledige interview op de site van GNMI.  […]

Reacties zijn gesloten.