Busje met pakketbezorger

Hoe gaan we om met stadslogistiek?

De toename van e-commerce, verduurzaming en de groei van steden heeft invloed op de logistieke stromen binnen steden. Voor het GNMI en de Topsector Logistiek was dit de aanleiding om een bijeenkomst met stedenbouwkundigen, planologen en verkeerskundigen te organiseren. Conclusie: gemeenten zijn bezig met het ruimtelijk inpassen van stedelijke logistiek, maar er zijn veel vragen over het omgaan met initiatiefnemers en het bundelen van logistieke stromen.   

Nul-emissiezones kapstok voor ambitie maar zorgen ook voor vragen 

De Uitvoeringsagenda Stadslogistiek heeft de ambitie om in 30 tot 40 Nederlandse steden een nul-emissiezone voor stedelijke logistiek in te voeren. Deze ambitie vraagt ook om goede randvoorwaarden rondom het afhandelen van logistieke stromen binnen steden. Een aantal gemeenten gaf aan dat er actief wordt nagedacht over een gemeentelijke beleidsvisie op logistiek, wat een nieuwe ontwikkeling is. Zorgen voor voldoende laadcapaciteit, stimuleren van gebundelde stedelijke distributie en het faciliteren van hubs voor het gebundeld uitleveren van goederen zijn de gemene delers tussen gemeenten. Een centrale vraag daarbij is wat de gemeentelijke rol is en hoe ver de gemeente moet gaan in het al dan niet financieel ondersteunen van de exploitatie van hubs. Op regionaal niveau wordt logistiek nog niet over de volle breedte ingebed in de nieuwe Regionale Mobiliteitsprogramma’s. 

Logistieke stromen vragen om maatwerk 

Connekt onderzocht de goederenstromen op lokaal niveau. Grofweg zijn er drie stromen te onderscheiden:  

  1. stromen van punt naar punt met volle vrachtauto’s en beperkte aantallen locaties  
  2. ad-hoc leveringen met wisselbare locaties
  3. kleine leveringen waarbij micro-hubs in wijken of bij bedrijven geschikt zijn voor het uitleveren van goederen

Uit de discussie bleek dat gemeenten bezig zijn met het onderzoeken van de (on)mogelijkheden van micro-hubs. De hamvraag daarbij is wáár micro-hubs goed ruimtelijk kunnen worden ingepast en hoe je klanten en leveranciers verleidt om goederenstromen naar de micro-hubs te brengen in plaats van het afleveren bij de deur. Daarentegen zijn stadsrandhubs in combinatie met parkeren en magazijnfuncties voor winkels al redelijk ingeburgerd. Gemeenten denken ook na over hun voorbeeldrol als inkoper en het stimuleren van emissieloze en efficiëntere logistiek.  
Een actueel aspect is hoe de samenwerking tussen betrokken partijen gestimuleerd kan worden en hoe kan worden omgegaan met het combineren van ontwikkelingen zoals het voorzien in een afleverpunt bij nieuwbouwwijken. Het oppakken van deze ontwikkelingen vraagt ook om goede samenwerking tussen gemeenten, projectontwikkelaars en goederenvervoerders. 

Kennisvraag van gemeenten wordt verder opgepakt 

Het GNMI en de Topsector Logistiek gaan aan de slag met de vragen vanuit gemeenten. In het voorjaar van 2021 zal er een geactualiseerde handreiking voor stedelijke logistiek verschijnen waarin ook aandacht is voor de ontwikkelingen van hubs. Daarnaast worden de gemeentelijke beleidsvisies in kaart gebracht en organiseert het GNMI met de Topsector Logistiek een klankbordgroep van gemeenten voor kennisdeling en onderlinge afstemming met het oog op de invoering van de nul-emissiezones stadslogistiek.