Tag Archief van: duurzaamheid

Elektrische deelauto Uden

Sociale bereikbaarheid en samenwerking met inwoners centraal in winnend autodeelconcept van de gemeente Uden

Een gemeente die risico durft te nemen, de samenwerking met inwoners en ondernemers én het uitgangspunt van sociale bereikbaarheid maakte dat de Nationale Autodeel Award dit jaar is gewonnen door de gemeente Uden. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt door Natuur & Milieu en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en heeft als doel dat gemeenten gestimuleerd worden om de uitrol van schone en gedeelde voertuigen te versnellen. Voor de editie 2017 werden voorstellen ingediend door de gemeenten Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Uden en Wageningen. 

VOC-beleidsadviseur Alex Mink maakte deel uit van de jury. De jury koos unaniem voor de gemeente Uden als winnaar. De gemeente brengt 14 auto’s via een coöperatie in, heeft gezorgd voor herkenbare parkeerplaatsen en zorgde ervoor dat ook lokale ondernemers inmiddels zijn aangehaakt. Inwoners en ondernemers kunnen de auto’s huren. Inmiddels is het zakelijke autogebruik door de gemeente gedaald en wordt het deelsysteem goed gebruikt.

De jury vond dat Uden hiermee een voorbeeld vormt van een gemeente die zelf risico’s durft te nemen en het goede voorbeeld geeft. Daarnaast telde de samenwerking met inwoners en ondenemers zwaar mee in de beoordeling, evenals het feit dat de gemeente dit deelsysteem ook inzet om de sociale bereikbaarheid te verzorgen.

Alex Mink: “in de Randstad gaat het de goede kant op, vooral omdat er schaalvoordelen zijn en de druk op de bereikbaarheid hoog ligt. In gemeenten zoals Uden is het een flinke klus om zo’n initiatief op te zetten maar het loont zich wel, omdat het OV in de daluren steeds minder wordt en tegelijkertijd de vraag naar vervoer vanuit sociaal oogpunt toeneemt. Dit project draagt dus ook bij aan de leefbaarheid en sociale cohesie, met mobiliteit als drager. Vandaar de aanmoediging en een stimulans voor andere middelgrote gemeenten om ook zo aan de slag te gaan!”.

Betrek gemeenten bij ontwikkeling en aansturing van collectief en integraal vervoersaanbod

Recent heeft de Rijksoverheid haar visie op de ontwikkeling van het openbaar vervoer gegeven. De groeiende vraag naar mobiliteit moet onder andere door de verdere verbetering van collectieve vervoerssystemen worden opgevangen. De reiziger maakt flexibele keuzes en alle onderdelen van de verplaatsing sluiten naadloos op elkaar aan. Technologische ontwikkelingen, de veranderende vraag naar mobiliteit en ruimtelijke druk zullen het aanbod en de verschijningsvormen van collectieve vervoersdiensten gaan veranderen. De VOC heeft vanuit gemeentelijk perspectief naar het nieuwe Rijksbeleid op het openbaar vervoer gekeken en doet een aantal concrete aanbevelingen voor de ontwikkeling van een integraal collectief vervoersaanbod met een betere positie voor gemeenten.

Vergroot de gemeentelijke rol in de aansturing en ontwikkeling van het collectieve vervoersaanbod

In het huidige stelsel hebben veel gemeenten alleen een rechtstreekse rol als wegbeheerder.
Daarnaast zijn gemeenten aan zet bij ruimtelijke ontwikkelingen, het waarborgen van de veiligheid en milieuvraagstukken die samenhangen met het openbaar vervoer, zoals trillingen en uitstoot van schadelijke stoffen.
De VOC pleit voor een grotere rol van gemeenten in de aansturing van het openbaar vervoer als één van de onderdelen van het gemeentelijke mobiliteitsbeleid. Openbaar vervoer levert immers een bijdrage aan de bereikbaarheid, leefbaarheid en economische kracht van leefgemeenschappen. In het sociale domein, vooral rondom de WMO en de jeugdzorg, is het integraal oppakken van vervoersvragen van inwoners via het openbaar vervoer al een gewoonte aan het worden. Die lijn moet ook worden doorgetrokken in de sturing op het OV-aanbod, het zorgen voor een naadloze verplaatsing en het financieren van collectieve vervoersvoorzieningen. De ontwikkeling van goede vervoersdiensten vraagt om een andere omgang met budgetten: zonder tussenschotten en met mogelijkheden om via het lokale belastinggebied ontwikkel- en exploitatielasten te financieren.

Denk in gelaagde netwerken met een slim vervoersaanbod 

Het Nederlandse openbaar vervoer moet de omslag maken van versnippering naar een gelaagd en samenhangend aanbod.
Het uitgangspunt is dat de reiziger keuzes maakt en dat collectieve vervoersdiensten naadloos op elkaar aansluiten. Daarbij spelen de fiets, deelsystemen en vervoer over water ook een rol.
De basis van een slim en samenhangend netwerk is de trein, met een goede verdeling tussen snelle langeafstandsverbindingen (de Intercity), een goed regionaal netwerk via Sneltreinen en het verbinden van voorsteden en middelgrote steden met de grote knooppunten via de Sprinter. Daardoor worden woon- en werklocaties beter met elkaar verbonden en neemt het concurrentievoordeel tegenover de auto toe: juist op reisafstanden tot 30 kilometer kan een dergelijke netwerkopbouw leiden tot reistijdwinst.
De bus en andere vormen van collectief vervoer zorgen voor de fijnmazige ontsluiting en verzorgen het vervoersaanbod voor specifieke doelgroepen.
De exploitatie van collectieve vervoersdiensten vraagt uiteraard om voldoende budget.
In veel steden is er letterlijk geen ruimte meer voor infrastructuur maar is de exploitatie van een slim en schoon vervoersaanbod cruciaal. In krimpgebieden is het een opgave om weinig reizigersvraag in het reguliere OV-aanbod te combineren met sociale bereikbaarheid. Qua budgettering moet er rekening worden gehouden met deze verschillende schaalniveau’s en hun onderscheiden problematiek.
Betaalbaarheid is ook voor de reiziger belangrijk: naast begrijpelijke voorwaarden en tarieven is het cruciaal dat collectieve vervoersvoorzieningen voor een grote groep gebruikers betaalbaar zijn.

Pas het collectieve vervoer aan op grensoverschrijdende mobiliteit

In veel grensgebieden is het openbaar vervoer ondermaats. Automobilisten merken nauwelijks iets van een grenspassage, maar OV-reizigers worden geconfronteerd met verschillende tarieven en lange reistijden.
In de grensregio’s neemt het aantal grensoverschrijdende verplaatsingen toe maar loopt het openbaar vervoer achterop. Het stimuleren van een goed OV-aanbod bevordert het wederzijdse contact en maakt het makkelijker om te wonen, te werken of om onderwijs te volgen over de grens.

Knooppuntontwikkeling: kijk naar herordening van het eigendom en beheer 

De eigendomsverhoudingen en beheersafspraken rondom treinstations zijn vaak complex door het verleden en soms ook door overeenkomsten tussen gemeenten en spoorpartijen.
Het is daardoor moeilijk om te sturen op de integrale ontwikkeling en het beheer van stations en stationsomgevingen. En op veel plekken in het land rijden er geen NS-treinen meer, maar zijn de stations en het omliggende vastgoed wel eigendom van NS. De naadloze integratie van vervoersdiensten is door deze historische situatie nog geen feit.
Bij de integratie van vervoersdiensten hoort wat de VOC betreft dus ook een heroriëntatie op het station als bronpunt van verplaatsingen. Hierdoor is het niet alleen mogelijk om vervoersdiensten makkelijker aan elkaar te koppelen, maar zijn er ook kansen om de verblijfskwaliteit te verhogen door ruimte te geven aan het midden- en kleinbedrijf en het verbinden van het station met de lokale identiteit van de gemeenschap.

De visie van de VOC op de ontwikkeling van het openbaar vervoer is te downloaden als PDF-document

VOC Intergemeentelijk Verkeersoverleg over de Omgevingswet en elektrisch laden voertuigen

Op 2 juni kwam het VOC Intergemeentelijk Verkeersoverleg bijeen in Den Haag. De aanwezige gemeenten bespraken de invoering van de Omgevingswet in relatie tot mobiliteit en de voortgang van het Rijksbeleid over elektrisch laden van voertuigen. 

Omgevingswet in relatie tot mobiliteit

Vanuit Mobycon werd er een presentatie gegeven over de invoering van Omgevingswet en de benodigde inzet vanuit het beleidsveld mobiliteit. Mobiliteitsopgaven staan niet meteen op het netvlies maar zijn cruciaal bij het uitrollen van het gemeentelijk ruimtelijk beleid en de vertaling daarvan in regelgeving. Binnen de gemeentelijke praktijk is integraal denken en handelen cultureel gezien de normaalste zaak van de wereld, maar in praktische zin moeilijk te organiseren. Het is in ieder geval zaak dat het beleidsveld mobiliteit goed wordt betrokken en de kans pakt om het beleid onder de loep te nemen. De Omgevingswet biedt gemeenten immers ruimte om eigen afwegingen te maken. Op concreet niveau kan er gedacht worden aan de toepassing van parkeernormen of juist het stimuleren van andere vormen van mobiliteit, emissienormen en toegankelijkheid. CROW pakt dit thema onder andere met de VOC verder op. In september wordt er binnen het Intergemeentelijk Verkeersoverleg verder over gesproken.

Stand van zaken  rijksbeleid  elektrisch rijden

Vanuit het ministerie van Economische Zaken werd de stand van zaken op het gebied van elektrisch rijden toegelicht. Het ministerie werkt momenteel aan een routekaart elektrisch rijden. Op basis van deze routekaart wordt er gezocht naar verbindingen tussen topsectoren en bedrijven op dit vlak. Nederland is op dit moment een koploper op het gebied van slim laden. In veel omliggende landen ligt de nadruk op het laden van voertuigen, terwijl in Nederland al verder wordt gekeken naar “slim laden” door het efficiënt omgaan met het elektriciteitsverbruik tijdens het laadproces en het balanceren tussen afname en het totale elektriciteitsnetwerk. Ook de toegang tot de oplaadpalen is vrij uniek geregeld door het inloggen met een persoonlijke pas. Algemeen valt op dat er in Nederland al een hoge standaardisering is bereikt rondom het oplaadsysteem, terwijl er in andere landen sprake is van meerdere aanbieders die meerdere systeemstandaarden hanteren. Vanuit de Green Deal Elektrisch Vervoer en het Nationaal programma Luchtkwaliteit wordt er ingezet op uniformering van de eisen voor laadpalen. Vanuit het ministerie is er nog een extra rijksbijdrage van €1.5 miljoen beschikbaar gesteld voor de plaatsing van laadpalen in gemeenten. Dit betekent dat er €500,- per paal aan rijkssubsidie beschikbaar is.

Een cruciale slagingsfactor is de beschikbaarheid van oplaadsystemen en voertuigen. Het omslagpunt hierin is bijna bereikt. Dit komt ook doordat grote spelers zoals IKEA gratis laden in de parkeergarage aanbieden.

Vanuit gemeenten komen vooral de ruimtelijke kwaliteit en de parkeerdruk als pijnpunten naar boven. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de hoeveelheid laadpalen die in de openbare ruimte geplaatst moeten worden. Daarnaast moeten er aparte parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen via een verkeersbesluit worden aangewezen. Dit beperkt de beschikbare parkeerplaatsen voor andere voertuigen, waardoor de parkeerdruk stijgt. Vanuit de VNG is er een handreiking over elektrisch laden beschikbaar.

Toegankelijkheid en binnenstedelijk bouwen

De gemeenten bespraken ook de ontwikkelingen rondom binnenstedelijk bouwen en parkeren. De parkeernorm verdwijnt uit het bouwbesluit en moet via een bestemmingsplan worden geregeld. Aan de andere kant vormen parkeernormen en de fysieke faciliteiten vanwege kosten en ruimtebeslag een hinderpaal. Gemeenten zoeken naar mogelijkheden om toch te voorzien in de mobiliteitsbehoefte van bewoners, zonder dat er gekozen moet worden voor suboptimale oplossingen zoals parkeerplaatsen.

Vanuit het CROW werd aangegeven dat de inwerkingtreding van het VN-verdrag voor de gelijke rechten van mensen met een beperking ook consequenties heeft voor het mobiliteitsbeleid. Op een later moment wordt teruggekomen op de concrete vertaling van het VN-verdrag naar de gemeentelijke mobiliteitspraktijk.

Middagprogramma: groot onderhoud Raamweg in Den Haag

In het middagprogramma gaf de gemeente Den Haag een presentatie over het groot onderhoud aan de Raamweg, een van de grote verkeersaders binnen de stad. De IVO-deelnemers werden meegenomen in de dilemma’s en uitdagingen van dit grootschalige onderhoudsproject en brachten vervolgens een bezoek aan deze locatie.

 

 

Schone steden: naar een emissieloze stadsdienst

Bussen worden steeds schoner. De huidige generatie aardgas- en dieselbussen zijn veel schoner dan tien jaar geleden. Overheden hebben er samen met de vervoerbedrijven voor gezorgd dat de busvloot steeds verder verduurzaamt. Het is belangrijk dat het openbaar vervoer voorop blijft lopen als duurzaam vervoermiddel. Met een nutsvoorziening moet niet alleen het goede voorbeeld worden geven, de luchtkwaliteit in de steden moét beter worden. Voor de inwoners, de mensen die er werken en die in onze binnensteden op bezoek komen, maar natuurlijk ook in brede zin voor het milieu.

Gemeenten zetten zich in voor een goede infrastructuur voor de verduurzaming van het wagenpark waar ook het openbaar vervoer van gebruik kan maken. Er worden in verschillende steden experimenten gedaan met bussen die rijden op groengas (of varianten), met een brandstofcel en volledig elektrisch. In Arnhem worden nieuwe trolleybussen getest die buiten de bovenleiding met een accu verder kunnen rijden; in Leeuwarden rijden de stadsbussen op groen gas; in Enschede is een experiment gedaan met een hybride bus; in Eindhoven rijden bussen op vloeibaar gas op proef; in Den Bosch rijdt een aantal stadsbussen volledig elektrisch en in Amsterdam wordt gekeken naar de mogelijkheid om elektrische bussen te laden via de elektriciteitsvoorziening van de tram.

Het is goed dat alle vormen van duurzame energievoorziening op deze manier een kans worden geboden. In de ene stad of regio is een voorkeur voor biogas omdat dit goed aansluit op bestaande energievoorzieningen, in de andere stad of regio ligt elektrisch vervoer meer voor de hand. Uiteindelijk gaat het om hetzelfde doel: een betere luchtkwaliteit en een beter milieu. Laat het openbaar vervoer daarin voorop lopen en begin in onze steden. Op naar de eerste emissieloze stadsdienst en van daaruit bouwen we dit uit naar een volledig duurzaam openbaar vervoer in Nederland.

Kijk bij op onze site naar praktijkvoorbeelden van duurzaam openbaar vervoer in de steden aangesloten bij de VOC.