Tag Archief van: fietsbeleid

Kennisbijeenkomst voor gemeenten over slimme fietskluizen

CROW Fietsberaad organiseert een bijeenkomst voor gemeenten en regionale overheden over E-kluizen. Dit zijn fietskluizen die kunnen worden geopend met een OV-chipkaart of een app. Tijdens de bijeenkomst komen de ervaringen met de slimme fietskluizen in Friesland en Utrecht aan bod en wordt het programma van eisen besproken.

Met de bijeenkomst wil CROW Fietsberaad gemeenten en provincies die interesse hebben in E-kluizen of hier al plannen voor hebben (verder) op weg helpen en verbeterpunten in beeld brengen. De bijeenkomst is bedoeld voor overheden die al E-kluizen hebben, plannen hebben hier voor of meer over de slimme fietsluizen willen weten.

De bijeenkomst vindt plaats op 4 april van 14:00 tot 16:00 bij CROW aan het Jaarbeursplein 22 in Utrecht.

Meer informatie en aanmelden

VOC Contactgroep OV over gedeelde mobiliteit

De VOC contactgroep OV op 17 november stond in het teken van deelmobiliteit. De gemeentelijke beleidsadviseurs waren te gast bij de gemeente Barneveld.
In de ochtenduren werd er gesproken over de problematiek rondom deelfietsen en de noodzaak om de wildgroei aan deelsystemen te voorkomen.
Daarnaast werden er twee presentaties verzorgd over een drietal regionale mobiliteitsvormen die het delen centraal stellen: van fiets tot deelauto’s en het georganiseerd vervoer door vrijwilligers.
Tenslotte presenteerde gastgemeente en VOC-lid Barneveld haar nieuwe mobiliteitsbeleid, dat uitgaat van integraliteit en het flexibiliseren van de mobiliteitsvraag.

Deelsystemen voor mobiliteit zijn in opkomst: hoe ga je er als gemeente mee om?

Tijdens het rondje langs de steden bleek dat er veel speelt op het gebied van deelmobiliteit. Zo is vervoerder Connexxion bezig met de introductie van flexibele vervoerssystemen in de regio’s Arnhem/Nijmegen, Amsterdam/Amstelland en binnenkort ook als vervanger voor het overgrote deel van de stadsbus in Helmond. Passagiers kunnen via een app vervoer aanvragen en het voertuig kan met andere reizigers worden gedeeld. De systematische uitrol van dit systeem vraagt wel om het inleveren van uren in de OV-exploitatie, anders zijn de exploitatielasten te hoog voor de vervoerder en moet de ritprijs worden verhoogd. Flexibilisering van het vervoer roept wel de vraag op wie er dan vervoerd worden en welke reizigers vanuit de optiek van sociale rechtvaardigheid gegarandeerde toegang moeten krijgen tot het openbaar vervoer.

Ook het aanbod aan deelsystemen voor fietsen wordt steeds verder uitgebreid: in veel gemeenten is een strijd gaande tussen nieuwe markttoetreders en de eerste pogingen tot regulering en handhaving worden al ondernomen. Veel gemeenten zoeken daarvoor zelf naar oplossingen. Tegelijkertijd speelt ook de vraag wat de rol van de (lokale) overheid is om te zorgen voor de kwaliteit van deelfietsen – sommige aanbieders bieden een te lage kwaliteit aan – en hoe er voorkomen kan worden dat de klant verdwaald raakt in een wirwar van voorwaarden, slotsystemen en stallingsregels. Tenslotte bespraken de gemeenten de ontwikkelingen rondom de benutting en exploitatie van fietsenstallingen.
De VOC gaat de omgang met deelfietssystemen in kaart brengen en kijken welke initiatieven er op lokaal niveau spelen, zodat gemeenten elkaar op weg kunnen helpen.

De deelauto als middel van lokaal ondernemerschap

Startup Stapp.in verzorgde een presentatie over hun initiatief om het deelautogebruik te stimuleren. Het is ontstaan vanuit een lokaal autobedrijf dat zich meer wil richten op het delen van auto’s. De formule gaat uit van de beschikbaarheid van deelauto’s in de buurt die via lokale ondernemers beheerd worden.
Het systeem kan worden gekoppeld aan andere deelautosystemen.
De gemeente Barneveld heeft een eigen elektrische dienstauto ingebracht in de verhuurpool, die ‘s avonds na 18 uur en in het weekeinde gehuurd kan worden. De controle over wie het voertuig mag huren blijft in dit model bij de eigenaar liggen: die bepaalt de venstertijden voor verhuur en tarifering.
Een belangrijk uitgangspunt is de interoperabiliteit tussen systemen: ook hier geldt dat de klant uiteindelijk niet verzeild raakt in tientallen apps die verhuur mogelijk maken, maar op basis van één backend en technologie flexibel kan kiezen tussen aanbieders.

Automaatje: buurtbewonersvervoer met sociaal oogmerk

De ANWB heeft een tijd geleden het project Automaatje gelanceerd: vrijwilligers vervoeren hun medeburgers tegen een geringe vergoeding. De ANWB werkt hiervoor samen met lokale bewonersinitiatieven en welzijnsorganisaties. De ANWB stelt hiervoor kennis en trainingsmogelijkheden beschikbaar, zodat vervolgens lokaal de uitvoering kan worden opgepakt. Daarbij brengt iedere partij haar eigen expertise in: welzijnsorganisaties hebben geen kennis van logistiek, maar weten wel hoe vrijwilligers geactiveerd kunnen worden.

Het gebruik van Automaatje neemt gestaag toe. Dit komt door de afstand tussen de kernen van Barneveld en de regionale voorzieningen, zoals de streekziekenhuizen in Ede en Amersfoort. Reizen met het reguliere openbaar vervoer over korter afstanden is vaak omslachtig. Daarnaast zijn er veel vervoersvragen met een sociaal oogmerk, zoals zieken- en familiebezoek. Automaatje wordt ook gebruikt om mantelzorgers te ontlasten. De plaatselijke welzijnsorganisatie ziet ook dat de ambulance in sommige gevallen geen vervoer meer verzorgt en inwoners een alternatief moeten zoeken voor niet-spoedeisend vervoer naar zorginstellingen. Het valt ook op dat bepaalde ritmotieven beter door Automaatje worden bediend dan door het doelgroepenvervoer vanwege de wachttijden en de lengte van de ritten vanwege het delen van het voertuig.

Belangrijke aandachtspunten voor dergelijke vervoersprojecten zijn het gebruiken van het gezonde verstand om ritaanvragen af te wegen, het hanteren van een eenduidige afspraken over de betaling van de eigen bijdragen en de belasting van de vrijwilligers. De winst van Automaatje in Barneveld is dat chauffeurs en aanvragers met elkaar in contact komen en elkaar als medemens helpen. Voor de chauffeurs betekent het autorijden voor mede-inwoners ook een welkome afwisseling in de dag, voor veel aanvragers is het contact met de welzijnsorganisatie en de chauffeurs een contactmoment met medemensen.
Voor veel chauffeurs geldt ook dat het meedoen aan Automaatje een manier is om op een lichte manier vrijwilligerswerk te verrichten. Door het project is zichtbaar dat mobiliteit letterlijk een bijdrage levert aan het stimuleren van menselijke bereikbaarheid.

Mobiliteitsvisie Barneveld: adaptie, integraliteit en flexibiliteit

De gemeente Barneveld is bezig met de vaststelling van de Mobiliteitsvisie. De Mobiliteitsvisie is samengesteld op basis van co-creatie met de dorpen, ondernemers en maatschappelijke organisaties.
Alle grote trends die mobiliteit beïnvloeden, zoals de klimaatverandering, demografie en digitalisering, zijn in de visie uitgewerkt in maatregelen of een beeld aan activiteiten die de gemeente de komende jaren moet ondernemen om bepaalde kwesties uit te werken in beleid en uitvoering.

Het startpunt van de Mobiliteitsvisie is dat Barneveld tot 2025 een forse interne bevolkingsgroei kent maar ook de effecten van de vergrijzing al zichtbaar zijn. Tegelijkertijd neemt de druk op het wegverkeer door de gunstige ligging van de gemeente voor bedrijven toe en zal er gesneden worden in het aanbod van het reguliere openbaar vervoer, terwijl de afstanden tot omliggende gemeenten vrij groot zijn. Daarom wordt de mobiliteitsvraag van de Barneveldse bevolking in de toekomst afgevangen door het aanbieden van maatwerkoplossingen en het oplossen van infrastructurele knelpunten. De gemeente gaat uit van een integraal en wendbaar mobiliteitsbeleid. Al met al is de Mobiliteitsvisie Barneveld een inspirerend proces voor andere gemeenten.

In dat kader werd tenslotte een bezoek gebracht aan de Harselaartunnel, het grootste infrastructurele project binnen de gemeentegrenzen, waardoor het groeiende wegverkeer op de N805 vanaf 2018 in goede banen wordt geleid. De tunnel draagt bij aan de robuustheid van het lokale wegennetwerk omdat de huidige kruising vaak zorgt voor opstoppingen, tot op de spoorlijn Amsterdam-Zutphen en de ontwikkeling van kleinschalige woningbouw en een nieuw bedrijventerrein met zware transportbewegingen in de weg staat.

 

 

 

 

 

VOC Intergemeentelijk verkeersoverleg discussieert over speed-pedelecs en LEV’s

Tijdens de bijeenkomst van het Intergemeentelijk Verkeersoverleg van de VOC op 29 september 2017 in Apeldoorn spraken de gemeenten over de plaats op de weg van speed-pedelecs en over de ontwikkeling van lichte elektrische voertuigen (LEV’s). De VOC stelt voor om de ervaringen van gemeenten te delen.

Speed-pedelecs en de plaats op de weg
Eén van de onderwerpen die tijdens het overleg van de gemeenten in Apeldoorn aan bod kwam was de plaats op de weg van elektrische fietsen die een snelheid kunnen halen van 45 kilometer per uur. Wat betreft maximale snelheid zijn de speed-pedelecs daarmee vergelijkbaar met een bromfiets, maar in de praktijk rijden deze fietsers vaak niet zo snel. Bovendien hebben ze het uiterlijk van een fiets en zijn ook een stuk lichter dan een brommer. Omdat speed-pedelecs sinds dit jaar volgens de verkeerswetgeving vallen onder de categorie brommer moeten zij net als bromfietsers meerijden met het autoverkeer wanneer een fietspad verboden is voor bromfietsers. Dit levert discussies op over de verkeersveiligheid omdat automobilisten hier mogelijk door worden verrast en het voor fietsers ondanks de helmplicht onveilig zou zijn. Daarnaast reageert detectie-apparatuur van verkeerslichten niet goed op speed-pedelecs, kunnen automobilisten door verhoogde rijbaanscheidingen de fietsers niet veilig inhalen of is een weg simpelweg te druk.

De provincie Gelderland heeft de aanwezige gemeenten laten zien hoe zij als wegbeheerder om gaat met de discussie over de verkeersveiligheid en andere bezwaren. De provincie heeft een afwegingskader ontwikkeld op basis waarvan het speed-pedelecs op een aantal plekken toestaat op het fietspad, maar waar bromfietsers moeten kiezen voor de hoofdrijbaan. Dit doet de provincie Gelderland met het verkeersbord “fietspad” (G11) met als onderbord “Speed-pedelecs toegestaan”. Tijdens de presentatie wordt gediscussieerd over de juridische grondslag en de bewuste keuze van de provincie Gelderland om niet het verkeersbord brom/fietspad G12a met onderbord “uitgezonderd bromfietsers niet zijnde speed-pedelecs” te plaatsen.

De gemeenten in het IVO geven aan het dilemma ten aanzien van de plaats op de weg van de speed-pedelec te herkennen, maar hebben hiervoor nog geen vergelijkbaar beleid ontwikkeld. Het afwegingskader van de provincie Gelderland wordt beschikbaar gesteld via het VOC-netwerk.

Ontwikkelingen van LEV’s
Een ander onderwerp dat in de vergadering van het VOC IVO ruim aandacht kreeg zijn de lichte elektrische voertuigen (LEV’s). Deze relatief nieuwe groep voertuigen bestaat uit een variëteit aan modellen, uiteenlopend van Segways en opvouwbare “fietsen zonder trappers”, tot aan elektrische bakfietsen, elektrische brommers, kleine elektrische auto’s of geschakelde “golfkarretjes”. Tijdens een presentatie van BOVAG konden de gemeenten kennis maken met de LEV’s en werden de mogelijkheden besproken die de voertuigen bieden. Een aantal LEV’s kan goed gebruikt worden in het voor- en natransport, maar ook als vervoermiddel van begin- naar eindbestemming. Vooral in gebieden die slecht zijn ontsloten met het openbaar vervoer kunnen LEV’s een uitkomst bieden, maar ook in binnensteden waar de druk op de ruimte groot is en de luchtkwaliteit onder druk staat.

BOVAG nodigt gemeenten uit om nieuwe LEV-ontwikkelingen te volgen en waar mogelijk te ondersteunen met pilots. De VOC houdt zich aanbevolen om voorstellen voor pilots te delen met gemeenten. De VOC kan daarnaast een platform bieden om de ervaringen die zijn opgedaan met de pilots te delen met het gemeentelijk netwerk en andere geïnteresseerde partijen.