Tag Archief van: nul emissie stadslogistiek

Busje met pakketbezorger

Het GNMI steunt de Uitvoeringsagenda stadslogistiek

Stedelijke logistiek wordt steeds belangrijker: door de groei van het aantal inwoners, een veranderende economie en e-commerce neemt het aantal logistieke bewegingen toe. Tegelijkertijd zorgt dat ook voor knelpunten zoals emissies van geluid en schadelijke stoffen door vracht- en bestelverkeer. Het GNMI is daarom betrokken geweest bij het opstellen van de Uitvoeringsagenda stadlogistiek die vandaag werd ondertekend door een groot aantal gemeenten, brancheorganisaties en belangenorganisaties. In een brede coalitie wordt er gewerkt aan de invoering van nul-emissiezones en goede randvoorwaarden voor schone en efficiënte logistiek.

Ondertekening van de Uitvoeringsagenda stadslogistiek

In het Klimaatakkoord hebben gemeenten met andere partijen afspraken gemaakt om te komen tot meer leefbare en duurzame steden. Met ingang van 2025 gaan zo’n 30 à 40 grote steden zero-emissiezones invoeren voor bestel- en vrachtauto’s waardoor de luchtkwaliteit in de steden aanzienlijk zal verbeteren. De wijze waarop dit gaat gebeuren is vastgelegd in de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek die op 9 februari door alle betrokken partijen is ondertekend.

Het GNMI is vanaf het begin betrokken geweest bij de totstandkoming van de Uitvoeringsagenda. Namens een brede groep gemeenten hebben wij aandachtspunten ingebracht, zoals een duidelijke regels voor het toelaten van voertuigen, de betaalbaarheid van de gemaakte afspraken en uitvoerbaarheid van regelgeving in het RVV. Beleidsvrijheid en het goed inhoudelijk faciliteren van gemeenten staan daarbij voor ons centraal. Daarnaast zijn wij betrokken

Namens het GNMI heeft Mario Jacobs, wethouder van Tilburg en voorzitter van het Dagelijks Bestuur van het GNMI, de Uitvoeringsagenda ondertekend. Het GNMI gaat gemeenten ondersteunen bij de invoering van de zero-emissiezones. De focus zal liggen op de stimulering van de overgang naar schone voertuigen via onder andere het verlenen van privileges aan de gebruikers van deze voertuigen. Ook zal het GNMI de gemeenten steunen bij het ontwikkelen van systemen voor toezicht en handhaving van de zero-emissiezones. Daarnaast besteden we aandacht aan de ruimtelijke aspecten van stedelijke logistiek. Op dit vlak verkennen wij de mogelijkheden om gemeenten op een praktische manier onderling in contact te brengen bij vragen over beleidsontwikkeling en het creëren van draagvlak voor maatregelen.

Busje met pakketbezorger

Hoe gaan we om met stadslogistiek?

De toename van e-commerce, verduurzaming en de groei van steden heeft invloed op de logistieke stromen binnen steden. Voor het GNMI en de Topsector Logistiek was dit de aanleiding om een bijeenkomst met stedenbouwkundigen, planologen en verkeerskundigen te organiseren. Conclusie: gemeenten zijn bezig met het ruimtelijk inpassen van stedelijke logistiek, maar er zijn veel vragen over het omgaan met initiatiefnemers en het bundelen van logistieke stromen.   

Nul-emissiezones kapstok voor ambitie maar zorgen ook voor vragen 

De Uitvoeringsagenda Stadslogistiek heeft de ambitie om in 30 tot 40 Nederlandse steden een nul-emissiezone voor stedelijke logistiek in te voeren. Deze ambitie vraagt ook om goede randvoorwaarden rondom het afhandelen van logistieke stromen binnen steden. Een aantal gemeenten gaf aan dat er actief wordt nagedacht over een gemeentelijke beleidsvisie op logistiek, wat een nieuwe ontwikkeling is. Zorgen voor voldoende laadcapaciteit, stimuleren van gebundelde stedelijke distributie en het faciliteren van hubs voor het gebundeld uitleveren van goederen zijn de gemene delers tussen gemeenten. Een centrale vraag daarbij is wat de gemeentelijke rol is en hoe ver de gemeente moet gaan in het al dan niet financieel ondersteunen van de exploitatie van hubs. Op regionaal niveau wordt logistiek nog niet over de volle breedte ingebed in de nieuwe Regionale Mobiliteitsprogramma’s. 

Logistieke stromen vragen om maatwerk 

Connekt onderzocht de goederenstromen op lokaal niveau. Grofweg zijn er drie stromen te onderscheiden:  

  1. stromen van punt naar punt met volle vrachtauto’s en beperkte aantallen locaties  
  2. ad-hoc leveringen met wisselbare locaties
  3. kleine leveringen waarbij micro-hubs in wijken of bij bedrijven geschikt zijn voor het uitleveren van goederen

Uit de discussie bleek dat gemeenten bezig zijn met het onderzoeken van de (on)mogelijkheden van micro-hubs. De hamvraag daarbij is wáár micro-hubs goed ruimtelijk kunnen worden ingepast en hoe je klanten en leveranciers verleidt om goederenstromen naar de micro-hubs te brengen in plaats van het afleveren bij de deur. Daarentegen zijn stadsrandhubs in combinatie met parkeren en magazijnfuncties voor winkels al redelijk ingeburgerd. Gemeenten denken ook na over hun voorbeeldrol als inkoper en het stimuleren van emissieloze en efficiëntere logistiek.  
Een actueel aspect is hoe de samenwerking tussen betrokken partijen gestimuleerd kan worden en hoe kan worden omgegaan met het combineren van ontwikkelingen zoals het voorzien in een afleverpunt bij nieuwbouwwijken. Het oppakken van deze ontwikkelingen vraagt ook om goede samenwerking tussen gemeenten, projectontwikkelaars en goederenvervoerders. 

Kennisvraag van gemeenten wordt verder opgepakt 

Het GNMI en de Topsector Logistiek gaan aan de slag met de vragen vanuit gemeenten. In het voorjaar van 2021 zal er een geactualiseerde handreiking voor stedelijke logistiek verschijnen waarin ook aandacht is voor de ontwikkelingen van hubs. Daarnaast worden de gemeentelijke beleidsvisies in kaart gebracht en organiseert het GNMI met de Topsector Logistiek een klankbordgroep van gemeenten voor kennisdeling en onderlinge afstemming met het oog op de invoering van de nul-emissiezones stadslogistiek. 

Invoering gemeentelijke nul emissiezones voor stadslogistiek

Vanaf 2025 moeten 30 tot 40 gemeenten een zero-emissiezone voor stadslogistiek (ZES) invoeren. Deze ambitie is opgenomen in het Klimaatakkoord. Inmiddels heeft het kabinet de inhoudelijke contouren voor het toegangsregime bekend gemaakt; gemeenten stellen zelf de omvang van de zones vast en zijn al aan de slag met de voorbereidingen.

Stimuleren van schone logistiek vraagt om duidelijke spelregels

De regelgeving voor de nul-emissiezones wordt zoveel als mogelijk landelijk ingevoerd. Hiermee wil het kabinet de wildgroei aan lokale regelgeving, zoals bij de voormalige milieuzones, voorkomen. En het geeft ook duidelijkheid aan de logistieke sector. Tegelijkertijd is het belangrijk dat gemeenten zelf de omvang van de zone kunnen vaststellen en specifieke ontheffingen voor voertuigen kunnen afgeven. De nul-emissiezones kunnen in de toekomst eventueel uitgebreid worden voor bepaalde groepen voertuigen zoals taxi’s en touringcars. Dit moet in de evaluatie van 2022 worden meegenomen.

Landelijk overleg over nul emissiezones

De regelgeving is tot stand gekomen via een landelijke overlegtafel tussen het Rijk, sectorpartijen TLN, BOVAG en EVOFENEDEX, de VNG, de G4-gemeenten, gemeente Tilburg, het GNMI, MKB Nederland, Natuur & Milieu, en de RAI Vereniging. Zij hebben gezamenlijk gewerkt aan het vaststellen van afspraken over de nul-emissiezones. Veel gemeenten hebben stevige duurzaamheidsambities en zien de nul-emissiezone als instrument om de bevoorrading van kernwinkelgebieden via schone voertuigen te stimuleren.

Op weg naar afronding van de uitvoeringsagenda

Aan de landelijke overlegtafel zijn er afspraken gemaakt om de invoering van nul-emissiezones te faciliteren, zoals het toelatingsregime en een overgangsregeling voor Euro-6-voertuigen. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Uitvoeringsagenda stadslogistiek. De uitvoeringsagenda bevindt zich in de afrondende fase. Het is de bedoeling dat de uitvoeringsagenda op relatief korte termijn wordt ondertekend door de partijen aan de landelijke overlegtafel en de gemeenten die aan de slag gaan met de besluitvorming voor de invoering een nul-emissiezone.
Op basis van de uitvoeringsagenda gaan de betrokken partijen en de gemeenten vervolgens verder aan de slag met de invoering van de nul-emissiezones per 1 januari 2025. Het GNMI brengt momenteel geïnteresseerde gemeenten in kaart voor het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

Het GNMI levert een bijdrage aan beleidsontwikkeling

Het GNMI zorgt voor de verbinding tussen het landelijke overleg en gemeenten die zo’n zone willen invoeren. Daarnaast pakken wij een tweetal onderzoeksopdrachten op:
*  we gaan kijken naar het ontwikkelen van één standaard voor toezicht en handhaving op het binnenrijden van deze zones en
*  we werken met gemeenten aan een menukaart om de instroom van schone voertuigen te stimuleren, los van de landelijke subsidieregeling die hiervoor wordt ingevoerd.
Daarnaast brengen wij gemeenten samen in een ambtelijke werkgroep om bepaalde issues rondom de invoering samen op te pakken. Het GNMI coördineert en ondersteunt deze werkgroep in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Met de Topsector Logistiek kijken we hoe gemeenten de ruimtelijke vraag van logistieke hubs in goede banen kunnen leiden zodat – naast nul-emissie – ook het slimmer en duurzamer bevoorraden van steden op gang kan worden gebracht. Daarom nemen we deel aan de stuurgroep steden van de Topsector Logistiek.

Meer weten over de voortgang van de Uitvoeringsagenda?

Wil je met gemeentelijke collega’s van gedachten wisselen over beleidsontwikkelingen en de voortgang van de Uitvoeringsagenda? Of wil je deelnemen aan de brede werkgroep van gemeenten? Neem dan contact op met Eugéne van de Poel: eugene.vandepoel@gnmi.nl of 06-57593160.