Waarover spraken wij de afgelopen maanden?

De afgelopen maanden stonden er weer veel interessante onderwerpen op de agenda’s van onze bijeenkomsten. In dit artikel een bloemlezing uit enkele bijeenkomsten sinds september.

Themasessie deelmobiliteit
Deelmobiliteit is een hot issue: veel gemeenten willen de omslag maken naar slimmer en duurzamer ruimtegebruik. Deelmobiliteit is één van de oplossingen. Dit levert ook veel uitdagingen voor beleid en regelgeving op. In een themasessie werd het onderwerp uitgediept. Hieruit bleek dat het aantal deelvoertuigen toeneemt, maar een efficiënt en rendabel gebruik om veel inspanning vraagt. Het is daarbij ook de vraag of een gemeente de uitrol en beschikbaarheid van zulke systemen zelf moet aanjagen. In Den Haag zijn bewonerscoöperaties actief, waarin buurtbewoners samen een of meerdere voertuigen aanschaffen en met elkaar delen. Via de coöperatie worden de eigenaarslasten van voertuigen met elkaar gedeeld. Bijkomend voordeel is dat zulke initiatieven ook zorgen voor meer sociale samenhang tussen inwoners.
Binnenkort publiceert het GNMI een verkenning naar de mogelijkheden voor gemeentelijke regelgeving rondom deelmobiliteit.

Platform regionale mobiliteit: Europa en de regio’s
In het mobiliteitsbeleid worden de regionale samenwerkingsverbanden tussen gemeenten steeds belangrijker. Tegelijkertijd neemt ook de invloed van de Europese Unie toe: veel vraagstukken rondom milieu en data worden tussen lidstaten bediscussieerd en vervolgens omgezet in beleid en regelgeving. In het platform regionale mobiliteit werd ingegaan op de wisselwerking tussen de EU en de regio’s. De regio Arnhem-Nijmegen gaf een inkijkje in de activiteiten van de Brusselse lobby waar een breed spectrum aan onderwerpen speelt: van schone scheepvaart tot grensoverschrijdend OV. Deze regio werkt actief aan een aantal grote mobiliteitshema’s en participeert in pan-Europese netwerken zoals POLIS.
De regio Noord-Limburg heeft “gezond bewegen en verbinden” als leidraad en heeft een knooppuntfunctie in het mobiliteitsnetwerk, als zodanig ook benoemd in de Europese TEN-T aanpak en de ontwikkeling van de Rijn-Alpen-corridor. De status van logistiek knooppunt levert wel uitdagingen rondom het klimaat en het milieu op. Er is bijvoorbeeld aandacht nodig voor het veilig kunnen parkeren van vrachtwagens en de binnenvaart zorgt voor veel uitstoot van schadelijke stoffen waardoor een omslag naar zero emissie noodzakelijk is. In de discussie tussen de aanwezigen speelde vervolgens de vraag hoe je met beperkte menskracht en middelen kunt zorgen voor aandacht en realisatie van regionale beleidsvoornemens.
De VNG-lobbyist Europa gaf een presentatie over de inzet bij de EU. Daarbij is er vooral aandacht voor de consequenties van Europese regelgeving voor gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden. Er spelen meerdere ontwikkelingen zoals regelgeving voor ITS, de openstelling van een Europees mobiliteitsfonds (CEF) en het oppakken van duurzame mobiliteitsopgaven via SUMP’s (duurzame stedelijke mobiliteitsplannen). De Europese Commissie wil daarnaast inzetten op klimaatneutrale steden. Zulke regelgeving werkt over het algemeen stimulerend omdat de EC wegblijft van de ‘hoe’ vraag en vooral het doel centraal stelt. De ontwikkeling van Europese regelgeving komt regelmatig terug via de GNMI-bijeenkomsten en het GNMI leest actief mee met voorstellen voor de Nederlandse inbreng.
Voor praktische vragen over Europees recht kunnen regio’s ook terecht bij het Kenniscentrum Europa Decentraal.

Contactgroep OV: mobipunten en hubs 
Nederland heeft te maken met een forse woningbouwopgave en dat betekent uiteraard ook meer mobiliteitsvraag. Veel regio’s en gemeenten werken daarom aan plannen om gedeeld gebruik te stimuleren. In de Contactgroep OV werden deze inspanningen vanuit twee verschillende invalshoeken besproken.
De regio Foodvalley (omgeving Ede-Wageningen) wil 40.000 nieuwe woningen bouwen en heeft tegelijkertijd te maken met veel landelijk gebied. De regio werkt daarom aan een goed vangnet voor collectief vervoer en wil tegelijkertijd ook het autobezit en -gebruik verlagen. Dat vraagt om goed ingerichte knooppunten in het netwerk waar reizigers kunnen kiezen uit meerdere verplaatsingsmogelijkheden.
In vijf pilots wordt gekeken hoe verschillende typen knooppunten in de praktijk werken.
In Amsterdam is een beleidsvisie voor hubs voorgelegd aan de gemeenteraad. Naast de mobiliteitsfunctie wil de gemeente ook kijken naar de sociale waarde van knooppunten, bijvoorbeeld door er kleinschalige bedrijvigheid te vestigen of gemaksdiensten aan te bieden. Daarnaast wordt er een onderscheid gemaakt tussen personenvervoer en logistieke stromen, waarbij de logistieke hubs per deelsegment, zoals horeca of facilitaire dienstverlening, worden ingericht. Deze visie op hubs vraagt om goede locaties en om het kunnen doorgronden van logistieke functies: hoe werkt het, wie zijn de spelers en hoe kom je tot een goede verdeling van kosten en maatschappelijke waarde?