GNMI Intergemeentelijk Verkeersoverleg over vrachtwagenheffing, klimaatakkoord en financiering van mobiliteitsbeleid

Ieder kwartaal komt het GNMI Intergemeentelijk Verkeersoverleg bijeen om landelijke strategische mobiliteitsthema’s te bespreken. Het GNMI en de VNG gebruiken de input uit deze overleggen voor de strategische positionering van gemeenten. In dit artikel worden enkele onderwerpen uit de afgelopen bijeenkomsten uitgelicht. 

Vrachtwagenheffing: goed afbakenen werkingssfeer en monitoring

het regeerakkoord Rutte-III is de afspraak opgenomen dat er een vrachtwagenheffing wordt ingevoerd. De regering wil dit middel inzetten om de afspraken rondom het verhaal van maatschappelijke kosten van het weggebruik door de logistieke sector te harmoniseren. In omliggende landen bestaat er al een vrachtwagenheffing. De regering wil het opgehaalde geld terugsluizen naar de sector, zodat er geïnvesteerd kan worden in verduurzaming en innovatie. Het Rijk heeft actief bij gemeenten geïnventariseerd welke aandachtspunten er voor gemeenten bij de invoering van de heffing relevant zijn. Tijdens het Intergemeentelijk Verkeersoverleg is meegegeven dat er goed moet worden bekeken op welke wegen de heffing wordt opgelegd, vanwege verkeersveiligheid, doorstroming en het voorkomen van sluipverkeer. Gemeenten vinden het ook belangrijk dat de maatregel goed wordt gemonitord op effecten.

Concept-klimaatakkoord en mobiliteitsbeleid

In het Concept-klimaatakkoord wordt gestreefd naar een reductie van de CO2-uitstoot door mobiliteit met minimaal 7,3 Megaton per jaar. In het concept-Klimaatakkoord worden enkele maatregelen geschetst: gebruik van duurzame energie, elektrificatie van het vervoer, duurzamere logistiek, inzetten op fiets, ov en deelsystemen. Er wordt ook gekeken naar beprijzing. De wetsvoorstellen vrachtwagenheffing en de mogelijkheid tot het heffen van een gedifferentieerd belastingtarief voor geparkeerde emissieloze voertuigen zijn concrete voorstellen die aansluiten bij de ambities van het concept-Klimaatakkoord.

Deze ambities zijn voor gemeenten belangrijk. Er is sprake van een wisselwerking tussen het mobiliteitsbeleid en andere gemeentelijke beleidsvelden. Zo vraagt de verduurzaming van het brandstofgebruik ook om een goede afstemming met netbeheerders en voldoende capaciteit op het elektriciteitsnetwerk. De verduurzaming van logistiek hangt samen met de invoering van zero-emissiezones, waarbij er aandacht moet zijn voor goede bevoorrading van winkelgebieden. En de verduurzaming van personenvervoer is afhankelijk van goed verkeersmanagement – vooral bij grote werkgevers – en aandacht voor integrale gebiedsontwikkeling. Gemeenten geven aan dat maatwerk, de juiste aanpak op de juiste plaats en financiële ondersteuning bijdragen aan een gedragen en succesvolle uitrol van het concept-Klimaatakkoord. Daarnaast is er ook een Europese dimensie: de EU-richtlijn Clean vehicles directive vraagt ook om een goede uitvoering en aanpak op het lokale niveau. Het GNMI verkent mogelijkheden om gemeenten hierin te ondersteunen.

Financiering van mobiliteitsbeleid

Het mobiliteitsbeleid vereist ook voldoende financiële slagkracht voor gemeenten. Het GNMI en de VNG zijn betrokken bij de verkenningen naar het Mobiliteitsfonds, dat vanaf 2030 vanuit de Rijksoverheid wordt ingezet om mobiliteitsbeleid – breder dan alleen aanleg, beheer en onderhoud – te (co)financieren. Toch leveren ontwikkelingen zoals klimaatadaptie en verkeersveiligheid nu al spanning op met de bestaande budgetten. Door een aangenkomen Kamermotie (link maken) doet de Rijksoverheid onderzoek naar de beschikbare middelen bij provincies en de vervoersregio’s voor co-financiering van lokaal mobiliteitsbeleid.