Webinar aanbesteden zero emissie doelgroepenvervoer

Update na afloop van de webinar: er is een integraal videoverslag van de webinar beschikbaar: https://www.pianoo.nl/nl/webinar-doelgroepenvervoer.

PIANOo organiseert op 5 maart een webinar over het aanbesteden van zero emissie doelgroepenvervoer. Aan bod komen onder meer de beschikbaarheid van voertuigen en de logistiek rondom het opladen van de voertuigen. De webinar is voor iedere geïnteresseerde gratis toegankelijk. De webinar vindt plaats als oploop voor het Leernetwerk Doelgroepenvervoer van PIANOo.

De webinar richt zich met name op professionals betrokken bij het inkoopproces. Denk aan opdrachtgevers, projectleiders, inkopers, beleidsmedewerkers en duurzaamheidscoördinatoren. De webinar is te volgen via de computer en u kunt live vragen stellen aan de sprekers. Na afloop ontvangt u een lijst met hulpbronnen.

De volgende onderwerpen staan op de agenda:

  • achtergrond bestuursakkoord zero emissie doelgroepenvervoer;
  • relevante zero emissie voertuigen (focus op bestelbussen);
  • haalbaarheid van zero emissie voor doelgroepenvervoer (introductie TCO-tool en schema);
  • inpassing laadinfrastructuur in planning doelgroepenvervoer;

Daarnaast krijgt u praktische tips in aanbestedingen aan de hand van 3 relevante inkooptrajecten: Omnibuzz, Breda en Gorinchem.

Datum: 5 maart 2019
Tijd: 14:30 – 15:15
Locatie: internetadres volgt na inschrijving
Kosten: geen

Meer informatie is te vinden op de website van PIANOo: https://www.pianoo.nl/nl/actueel/agenda/webinar-doelgroepenvervoer-5-maart-2019

Gemeenten en lange afstandsbussen: nog veel duidelijkheid nodig over nieuwe Europese regels

In 2009 is de Europese markt voor lange afstandsbussen geliberaliseerd. Deze maatregel heeft geleid tot een groei van het aanbod aan grensoverschrijdende buslijnen voor reizigers. De Europese Commissie wil nu een stap verder gaan door het invoeren van één Europese vergunningenprocedure voor aanbieders en het openstellen van bushaltes.
Het GNMI heeft de gemeentelijke aandachtspunten meegegeven in een onderzoek naar de gevolgen van de voorgenomen verdere liberalisering van het lange afstandsvervoer. Daarbij is gebruik gemaakt van de inbreng vanuit gemeenten in onze Contactgroep OV.

Verdere liberalisering lange afstandsvervoer: goed voor reizigers, wel letten op samenhang met OV

De Europese Commissie wil de regels voor touringcar- en vervoersdiensten voor afstanden vanaf 100 kilometer verder verruimen. Daarbij denkt de Commissie aan één Europese vergunningprocedure, waardoor vervoerders efficiënter toegang krijgen tot de (inter)nationale markten en beter in staat zijn om pan-Europese netwerken met vervoer op basis van een vaste dienstregeling te ontwikkelen. Flixbus en enkele spoorvervoerders zijn actief in deze vervoersmarkt. Deze verbindingen vallen niet binnen een reguliere OV-concessie en bedienen een diverse doelgroep. Toch is er sprake van samenhang met het reguliere OV-netwerk. Lidstaten krijgen daarom het recht om de economische gevolgen van een vergunningaanvraag te toetsen op consequenties voor bestaande OV-verbindingen.
Deze procedure moet nog worden uitgewerkt.

Voor gemeenten betekent dit Europese voornemen dat de externe bereikbaarheid voor bewoners en bezoekers toeneemt. Lange afstandsverbindingen zorgen voor meer reismogelijkheden en vullen ontbrekende schakels in het netwerk in. In Duitsland en Frankrijk zijn meer reizigers gebruik gaan maken van deze vervoersdiensten dankzij lagere bustarieven. Het verbeterde aanbod van verbindingen en lagere tarieven leveren een beter product op voor reizigers. Maar dan moet er wel sprake zijn van een goed speelveld tussen de lange afstandsvervoerders en de reguliere OV-markt: gesubsidieerde vervoerders hebben immers te maken met eisen rondom duurzaamheid, tarieven en toegankelijkheid van voertuigen, haltes en reisinformatie.
Het GNMI heeft dit standpunt ook overgebracht aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Toegang tot publieke bushaltes en infrastructuur goed regelen 

In Nederland zijn de meeste bushaltes eigendom van gemeenten. De Europese Commissie wil dat deze vervoerders tegen “non-discriminatoire voorwaarden” toegang krijgen tot bushaltes met een minimale oppervlakte van 600 vierkante meter. Gemeenten gaan pragmatisch om met aanvragen van bestaande vervoerders, maar geven ook aan dat de ruimte beperkt is. In veel steden groeit het stads- en streekvervoer en is de ruimte voor bussen op de knooppunten beperkt. Daarnaast is in het huidige vergunningproces, waarbij de provincies en de twee vervoersregio’s aanvragen beoordelen, geen ruimte om de effecten op gemeentelijke OV-infrastructuur af te wegen. Het GNMI heeft aangegeven dat gemeenten het belangrijk vinden om tijdig betrokken te worden bij vergunningaanvragen en dat maatwerk in het toewijzen van haltecapaciteit mogelijk moet blijven. Daardoor kan er bijvoorbeeld een specifieke haltevoorziening voor lange afstandsvervoer worden aangewezen, zodat er capaciteit voor het reguliere stads- en streekvervoer beschikbaar blijft.

Wettelijk gezien vallen de lange afstandsverbindingen onder het busvervoer. De consequentie van deze regel in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens is dat lange afstandsbusvervoer gebruik mag maken van busbanen en bushaltes. Dit leidt tot een praktisch probleem: het reguliere openbaar vervoer kan verkeerslichten beïnvloeden, maar lange afstandsbussen beschikken niet over de benodigde apparatuur.
Dit kan leiden tot vertraging in de dienstregeling van het reguliere openbaar vervoer. Daarnaast heeft het lange afstandsvervoer langere halteringstijden.
Het is daarom belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt over het medegebruik van publieke OV-infrastructuur waarvan de gemeenten eigenaar zijn. Het GNMI heeft de zorgen van gemeenten hierover meegegeven aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Aandachtspunten worden meegenomen door Nederlandse EU-delegatie
MuConsult heeft in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een analyse over deze voorgenomen Europese regels voor gemeenten, vervoerders, reizigers en werknemers gemaakt. Staatssecretaris van Veldhoven heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat zij de aanbevelingen in het rapport meeneemt in het verdere onderhandelingsproces tussen de EU-lidstaten. Het is uiteindelijk aan de huidige EU-voorzitter Roemenië om te bepalen hoe en wanneer dit proces wordt voortgezet.

Onderzoeksrapport MuConsult en Kamerbrief staan op de website van de Tweede Kamer.
Het GNMI heeft samengewerkt met de gemeenten Amersfoort, Amsterdam, Alkmaar, Almere, Almelo, Breda, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Hengelo en Maastricht.

 

 

 

 

 

 

Ondertekening bestuursakkoord zero emissie doelgroepenvervoer

Samen naar zero emissie doelgroepenvervoer

Gemeenten, vervoerbedrijven en andere organisaties die zich sterk willen maken voor zero emissie doelgroepenvervoer kunnen vanaf januari 2019 terecht bij het Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur. Het GNMI is vanaf dat moment aanspreekpunt voor partijen die zich willen aansluiten bij het Bestuursakkoord en het Convenant Zero Emissie Doelgroepenvervoer.

De ambitie van de organisaties achter het Bestuursakkoord en het Convenant Zero Emissie Doelgroepenvervoer is dat in 2025 het vervoer voor de WMO en andere vormen van doelgroepenvervoer volledig uitstootvrij is. Overheden, bedrijven en andere organisaties werken hiervoor samen in de Coalition of the Willing Zero Emissie Doelgroepenvervoer. Het GNMI voert vanaf 2019 het secretariaat.

Voor meer informatie over de ambities voor de verduurzaming van het doelgroepenvervoer kijk op de website voor zero emissie doelgroepenvervoer: www.zeroemissiedoelgroepenvervoer.nl of neem contact op met het GNMI.

GNMI Themabijeenkomst Grensoverschrijdende Mobiliteit over Europese busdiensten

Op 21 januari 2019 organiseren het GNMI en de gemeente Maastricht een bijeenkomst voor gemeenten over Europese langeafstandsbussen. De bijeenkomst vindt plaats in het kader van een reeks themabijeenkomsten van het GNMI over grensoverschrijdend vervoer.

Onderwerp van discussie zijn de voorzieningen die nodig zijn voor de langeafstandsbussen, zoals de toegang tot busbanen en de benodigde capaciteit van busstations. Ook de impact van het busverkeer op de directe omgeving komt aan de orde. De deelnemers worden daarnaast meegenomen in de ontwikkelingen van het stationsgebied in Maastricht naar een internationaal OV-knooppunt.

De bijeenkomst is primair bedoeld voor beleidsmedewerkers van gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsverbanden, maar staat ook open voor medewerkers van provincies en de Rijksoverheid. De bijeenkomst vindt plaats tussen 11:00 en 15:00 op een locatie nabij het centraal station. De organisatie is in handen van MuConsult.

Aanmelden voor de bijeenkomst:

Aanmelden Contactgroep OV 23 maart 2023 Deurne
Ik meld mij aan voor deelname op 23 maart

Bijeenkomst GNMI Contactgroep Verkeersveiligheid op 17 januari in Rotterdam

Op 17 januari 2019 komt de GNMI Contactgroep Verkeersveiligheid bijeen in Rotterdam. Op de agenda staan onder meer experimenten in het beïnvloeden van fietsgedrag, nieuw verkeersveiligheidsbeleid in Rotterdam, de ontwikkeling in het aanbod van de ongevallenregistratie, het SPV2030 en het actieplan en verkeersveiligheid rondom scholen. De bijeenkomst is bedoeld voor beleidsadviseurs van gemeenten. Daarnaast worden enkele stakeholders uitgenodigd om te participeren in de discussies. De vergadering vindt plaats in het Timmerhuis van 11:00 – 14:30 en is inclusief lunch en mini-excursie.

Inschrijven kan via de agenda van de Contactgroep Verkeersveiligheid op het GNMI-Netwerk of via onderstaand formulier:

Dit formulier kan op dit ogenblik niet ingevuld worden. Voor vragen kunt u terecht bij het GNMI-secretariaat: gnmi@gnmi.nl of 070-3738710.

GNMI Contactgroep OV over internationaal vervoer en mobiliteitsdata

Op 20 september 2018 kwamen verschillende gemeenten in Arnhem bijeen voor de GNMI Contactgroep OV. Er is gesproken over de groei van het internationaal busvervoer en de gevolgen voor het wegbeheer en ruimtelijke inrichting. Daarnaast hebben de gemeenten gesproken over de ontwikkelingen in het aanbod van mobiliteitsdata en digitale beleidstools om te kunnen helpen met het beantwoorden van de lokale en regionale mobiliteitsvraagstukken.

Langeafstandsbussen en infrastructuur
Het Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur (GNMI) besteedt veel aandacht aan de ontwikkelingen rondom grensoverschrijdende mobiliteit. Eén van de onderwerpen betreft de beschikbaarheid van grensoverschrijdende verbindingen. Denk daarbij niet alleen aan de Thalys, maar ook aan regionaal openbaar vervoer en de internationale langeafstandsbusdiensten. De Europese Commissie heeft het voornemen om de toegang tot publieke OV-voorzieningen voor langeafstandsbussen te versoepelen, waardoor deze bussen toegang zouden krijgen tot bushaltes en busstations met een minimale oppervlakte van 600 vierkante meter. In Nederland vallen praktisch alle grotere OV-knooppunten onder dit criterium.

Het is een goed idee om stadsbussen, streekbussen, treinen en de langeafstandsbussen zoveel mogelijk te concentreren op één plek, zodat reizigers gemakkelijk kunnen overstappen. Er zal nog wel discussie moeten worden gevoerd over de status van de langeafstandsbussen als ‘openbaar vervoer’, onder meer omdat vervoerbedrijven die rijden volgens een OV-concessie zich moeten houden aan afspraken over het aanbieden van reisinformatie, het accepteren van de OV-chipkaart, emissie-eisen, toegankelijkheidseisen en beïnvloeding van de verkeerslichten. De gemeenten vertegenwoordigd in de Contactgroep OV van het GNMI denken graag mee over dit vraagstuk, bezien vanuit de rol die gemeenten hebben rondom het openbaar vervoer.

Gemeenten constateren daarnaast een praktisch ruimtelijk probleem, omdat op veel busstations in Nederland de ruimte beperkt is. En er bestaan afspraken tussen de overheden en de vervoerbedrijven van het stad- en streekvervoer voor het gebruik maken van de perrons op de busstations. Ook aan het gebruik maken van de busbaan zijn voorwaarden aan verbonden. We zullen dus als overheden en vervoerbedrijven samen moeten gaan kijken naar hoe we hier op een goede manier invulling aan kunnen gaan geven. Gemeenten buigen zich over dit vraagstuk in de Contactgroep OV van het GNMI en worden betrokken bij een onderzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat naar de impact van de Europese regelgeving. Daarnaast komt dit onderwerp terug in een werkgroep van het GNMI dat zich specifiek bezighoudt met grensoverschrijdende mobiliteit. Het GNMI nodigt partijen uit om met gemeenten mee te denken over de knelpunten en oplossingsmogelijkheden.

Beleidsmatige data om inzicht te krijgen in netwerkdekking en klantvragen binnen het OV
Door de continue verdergaande digitalisering van de maatschappij krijgen overheden en aanbieders van vervoeroplossingen steeds meer zicht op vervoersstromen. Voor overheden helpen deze gegevens bij het maken van het mobiliteitsbeleid en het inrichten van de ruimte. Toch hebben gemeenten weinig zicht op waar reizigers vandaan komen en waar ze naartoe gaan. Vanzelfsprekend gaat het hierbij om geaggregeerde cijfers, maar inzicht in herkomst- en bestemmingen maakt het mogelijk om als gemeente de infrastructurele voorzieningen hier op aan te passen. Maar zolang deze cijfers ontbreken worden voor gemeenten steeds vaker interessante producten beschikbaar gesteld die overheden in de gelegenheid stelt om de effecten in kaart te brengen van wijzigingen in het vervoersaanbod.

Vlak voor de zomer van 2018 behandelde de GNMI Contactgroep OV in dit kader het CROW Dashboard Deur-tot-Deur. Tijdens de vergadering van de Contactgroep OV op 20 september 2018 is gekeken naar het systeem dat aan het dashboard ten grondslag ligt. Daaruit kwam naar voren dat onder meer NDOV-data kan worden omgezet naar isochrone relaties, zodat de reistijd en bereikbaarheid van een bestemming onderzocht kan worden. Hierdoor ontstaat een beeld van de dekking van het netwerk voor bepaalde groepen inwoners, maar ook voor maatschappelijke voorzieningen. Het GNMI constateert dat met de doorontwikkeling van dergelijke software mobiliteitsdata ook als integrator kan worden gebruikt bij vraagstukken die een relatie hebben met verschillende beleidsterreinen en niet alleen verkeer en vervoer. Denk daarbij aan het sociaal domein, milieu, ruimtelijke ordening en onderwijs. De gemeenten in de Contactgroep OV stellen zichzelf ten doel digitalisering van de mobiliteit vaker op de agenda te zetten van het GNMI. Het is belangrijk om niet alleen te kijken naar de mogelijkheden van de huidige digitale beleidstools voor mobiliteitsplanning, maar ook om als gemeente tijdig in te kunnen spelen op de digitalisering van het vervoer, ofwel smart mobility.

Op 6 december 2018 organiseren de VNG, het GNMI en de gemeente Eindhoven samen een bijeenkomst over Smart Mobility voor gemeenten.

Onderzoeksprogramma VerDus organiseert congres over de verduurzaming van steden

Op donderdag 29 november organiseert onderzoeksprogramma VerDus SURF een congres over de verduurzaming van steden. Thema’s zoals de energietransitie, circulaire economie en duurzame mobiliteit komen aan bod tijdens het congres. 

Het onderzoeksprogramma VerDus SURF is een initiatief van de Rijksoverheid, NWO en het kennisinstituut Platform31.
Het onderzoeksprogramma gaat over transities en transformaties rondom ruimte, economie en duurzaamheid. Binnen de onderzoeksprojecten van VerDus SURF werken onderzoekers, gemeenten en professionals uit het werkveld samen en wordt onderzocht hoe steden kunnen omgaan met de grote opgaven rondom duurzaamheid.

Begin dit jaar heeft het GNMI met het NWO een afspraak gemaakt over de uitwisseling van kennis en netwerken om zo de verbinding te versterken tussen de wetenschap en lokale overheden. Gemeenten die betrokken willen worden bij wetenschappelijke mobiliteitsprojecten kunnen zich melden bij het GNMI.

Meer informatie over het congres en de inschrijfmogelijkheden staan op de website van VerDus.

 

Fietsdeelapp op telefoon

Kom naar de Catch up smart mobility van VNG Realisatie, GNMI en gemeente Eindhoven

Op donderdag 6 december organiseren het VNG Kennisnetwerk Data & Smart Society, het Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur (GMNI) en gemeente Eindhoven de Catch Up Smart Mobility.

Bereikbaarheid en duurzaamheid zijn grote maatschappelijke opgaven. Hoe zorg je voor een bereikbare stad, doorstroming en minder uitstoot? Tijdens de bijeenkomst gaan we in op ervaringen, relevante technologische ontwikkelingen en de rol die data hierin kan spelen.

De gemeente Eindhoven is binnen de gemeentelijke G5 samenwerking op het gebied van Smart City trekker op het thema Smart Mobility. Jan-Willem van der Pas, strateeg en coördinator Smart Mobility licht de succesvolle werkwijze in Eindhoven toe.

Het GNMI houdt zich namens 50 gemeenten bezig met belangenbehartiging en kennisdeling om het lokale mobiliteitsbeleid te verstevigen. Het GNMI zet zich in op thema’s als slimme mobiliteit, collectief vervoer, parkeren en verkeersveiligheid.

Doelgroep

  • Beleidsmedewerkers en projectleiders die zich bezig (willen) houden met Smart Mobility.

Programma en aanmelden

Het programma staat binnenkort online. De bijeenkomst wordt georganiseerd op donderdag 6 december, 13 tot 16 uur, in Utrecht.
Meer informatie op de website van VNG Realisatie

Fietsen

GNMI Intergemeentelijk Verkeersoverleg over de vrachtwagenheffing, financiering van mobiliteitsbeleid en Nationaal Wegen Bestand

Op 14 september kwam het GNMI Intergemeentelijk Verkeersoverleg bijeen in het stadhuis van Den Bosch. De deelnemers bespraken de voorgenomen invoering van de vrachtwagenheffing, het rapport van B naar Anders van de RLI over de financiering van het mobiliteitsbeleid en de stand van zaken rondom de doorontwikkeling van het Nationaal Wegen Bestand.

Vrachtwagenheffing

In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-III is de invoering van de vrachtwagenheffing aangekondigd. De regering wil deze heffing invoeren zodat de maatschappelijke kosten van het weggebruik door de logistieke sector worden omgeslagen op de gebruikers. Daarnaast wordt er aangesloten bij het stelsel van gebruiksheffingen van omliggende landen. De regering wil de opbrengsten terugsluizen naar de logistieke sector voor verduurzaming en innovaties.

Het ministerie van I&W onderzoekt de praktische consequenties en grondslagen van de vrachtwagenheffing. Daarbij wordt ook gekeken naar het type wegen waarop de heffing wordt ingevoerd.

De gemeenten gaven aan dat goed onderzoek naar de verkeersveiligheid en de verplaatsingseffecten noodzakelijk is. Daarnaast vinden de gemeenten het wenselijk dat de effecten van de heffing op logistieke stromen en het gemeentelijke wegennet goed in kaart worden gebracht. Tot slot is het ook belangrijk dat de maatregel ondersteunend werkt richting de lokale en regionale duurzaamheidsambities.

Rapport van B naar Anders Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur

De Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur, een adviesorgaan van regering en Staten-Generaal, heeft gekeken naar de lange termijnontwikkelingen binnen mobiliteit en de effecten daarvan op de financiering van mobiliteitsmaatregelen en infrastructuur. De Raad heeft daarbij vooral gekeken naar de effecten van slimme mobiliteit en de duurzaamheidsopgave op de verplaatsing van personen en goederen. Het rapport van B naar Anders adviseert decentrale overheden om vooral de transities binnen mobiliteit goed in de gaten te houden en de duurzaamheidsopgave en behoefte aan sociale cohesie te gebruiken als handvatten voor het mobiliteitsbeleid. In het rapport staan ook concrete aanbevelingen opgenomen, zoals afstemming tussen budgetten en nieuwe ontwikkelingen, het beter benutten van bestaande infrastructuur en een heldere borging van publieke belangen vanwege de toetreding tot de mobiliteitsmarkt door disruptieve spelers.

Doorontwikkeling Nationaal Wegen Bestand

Rijkswaterstaat presenteerde de voortgang van het Samenwerkingsprogramma Nationaal Wegenbestand (NWB).

Het NWB is een routeerbaar verkeersbestand, dat informatie over het wegennetwerk in Nederland bevat. Het NWB wordt beheerd door Rijkswaterstaat, maar de kwaliteit van het bestand is sterk afhankelijk van het bijhouden door decentrale wegbeheerders. Het NWB wordt vooral gebruikt door hulpdiensten, als basisbestand voor verkeersmodellen en voor de registratie van maximale toegestane snelheden door applicaties.

Rijkswaterstaat onderzoekt de toekomst van het bestand, zodat overheden grip houden op de data die gerelateerd is aan het openbare wegennetwerk en de samenleving gebruik kan maken van actuele en betrouwbare brondata. Via een tweetal pilots wordt gekeken naar de datakwaliteit en de toepasbaarheid van gegevens voor een breder gebruik. Eind dit jaar wordt een adviesrapport gepubliceerd, waarin aanbevelingen over de borging, financiering en bestuurlijke inbedding van het bestand en de toekomstige ontwikkelrichting wordt aangegeven.

 

 

GNMI ondertekent Green deal autodelen II

Tijdens de Innovatie Expo 2018 heeft GNMI-bestuurder Rik van der Linden de Green deal Autodelen II ondertekend. Door de deelname aan de Green deal wil het GNMI bijdragen aan het bevorderen van het deelautogebruik, door te participeren in de kennisdeling en het uitwerken van inhoudelijke vraagstukken.

De Green deal richt zich op 100.000 deelvoertuigen in 2021. Daarnaast wil de Green deal het aantal gebruikers vergroten tot 700.000. Daardoor wordt er bijgedragen aan de verbetering van de lokale bereikbaarheid en het bieden van vervoersmogelijkheden aan een brede groep inwoners. Vanuit deze optiek heeft het GNMI zich bij de Green deal aangesloten. Bij de Green deal autodelen II zijn momenteel 36 organisaties en overheden aangesloten.

Het GNMI zal aandacht besteden aan de voortgang van deze Green deal binnen de contactgroep parkeren en participeren in de werkgroep gemeenten van deze deal. Daarbij wordt de verbinding gezocht met de bredere opgaven om te zorgen voor sociale en duurzame bereikbaarheid van gemeenten, waaraan een groter deelautogebruik een goede bijdrage kan leveren.