Mini-seminar gedrag en mobiliteit en Algemene Vergadering GNMI

Let op: de mini-seminar die staat aangekondigd wordt wegens de beperkte beschikbaarheid van de genodigden verzet naar een later moment dit jaar. Meer informatie over de nieuwe datum en tijd volgt later. De Algemene Vergadering van het GNMI gaat wel gewoon door.

Op 17 juni komt de Algemene Vergadering van het GNMI online bijeen. We blikken terug op het afgelopen jaar en de kandidaten voor het Dagelijks Bestuur worden voorgedragen. De Algemene Vergadering is alleen voor leden. Aansluitend bieden we samen met Thalia Verkade een mini-seminar aan over gedrag en mobiliteit. Dit staat open voor alle wethouders mobiliteit van gemeenten in Nederland.

Journalist Thalia Verkade presenteert het boek dat zij samen met prof. Dr. Marco te Brömmelstoet (UvA) heeft geschreven over mobiliteit en gedrag. Een actueel onderwerp, niet in de minste plaats in relatie tot de discussie over ons mobiliteitsgedrag post-corona. Wethouders worden uitgenodigd om ideeën en ervaringen te delen en met elkaar in gesprek te gaan over dit thema. Lees meer over het mini-seminar.

Programma 17 juni 2020

  • GNMI Algemene Vergadering                   12:30 – 13:00 (leden)
  • Mini-seminar mobiliteit en gedrag          13:00 – 14:00

Zowel de Algemene Vergadering als het mini-seminar vinden per video plaats via Microsoft Teams. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.

Aanmeldformulier

Selecteer een geldig formulier

Let op: de mini-seminar die staat aangekondigd wordt wegens de beperkte beschikbaarheid van de genodigden verzet naar een later moment dit jaar. Meer informatie over de nieuwe datum en tijd volgt later. De Algemene Vergadering van het GNMI gaat wel gewoon door.

Protocol voor lokaal verkeer in anderhalvemetersamenleving

De Rijksoverheid heeft het Protocol Stedelijke Mobiliteit gepubliceerd. Daarin staan uitgangspunten voor de anderhalvemetersamenleving voor het lokale verkeer en de maatregelen die wegbeheerders kunnen nemen. Gemeenten kunnen fietsers meer ruimte geven of een straat bij een school tijdelijk sluiten voor autoverkeer.

In verband met de versoepeling van beperkende maatregelen in het kader van COVID-19 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het Protocol Stedelijke Bereikbaarheid gepubliceerd. Daarin staat een set van uitgangspunten en maatregelen voor gemeenten voor de bereikbaarheid binnen de steden en woonkernen binnen de context van de anderhalvemetersamenleving. Het document richt zich met name op de situatie rondom de basisscholen, kinderopvang en sportverenigingen.

De Rijksoverheid raadt gemeenten aan om afspraken te maken met scholen en sportverenigingen over tijdstippen, routes en bestemmingen. Daarnaast kunnen gemeenten tijdelijke verkeersmaatregelen nemen, zoals het afsluiten van een straat voor het autoverkeer bij een school gedurende de haal- en brengtijden, of op bepaalde plekken een fietspad verbreden. Verder worden in het protocol uniforme communicatieboodschappen meegegeven aan de wegbeheerders.

Het protocol is het resultaat van overleg met vertegenwoordigers van lokale overheden, kennisinstellingen en belangenorganisaties. Het GNMI blijft actief betrokken bij dit proces.

Het CROW-Fietsberaad heeft onlangs in samenwerking met onder meer het GNMI een overzicht opgesteld van maatregelen die gemeenten kunnen nemen rondom scholen met daarbij de juridische context. Gemeenten worden opgeroepen hun ervaringen te blijven delen via het GNMI-Netwerk. Deze informatie delen we rechtstreeks met het CROW voor actualisatie van de de publicatie.

De man achter het juridisch loket: Eugène van de Poel

Stel hem een juridische vraag over mobiliteit bij gemeenten en hij weet het. Met een vracht aan kennis is Eugène van de Poel het eerste aanspreekpunt binnen het juridisch loket van het GNMI. Alle mobiliteitsdossiers waar gemeenten in de praktijk mee te maken hebben zijn hem bekend. We gingen met hem in gesprek.

Waarom heeft het GNMI een juridisch loket opgericht?

Eugène: ”er bestond geen goed loket meer voor vragen over de toepassing van de Wegenverkeerswetgeving in de dagelijkse praktijk. Gemeenten hebben bij het ministerie van IenW en de VNG geen goede ingang voor hun vragen. Wij willen deze service graag bieden en dus hebben we als GNMI het juridisch loket in het leven geroepen. Gemeenten kunnen al hun vragen over de toepassing van de Wegenverkeerswetgeving hier stellen. Het kan bijvoorbeeld gaan over de toepassing van de Wegenverkeerswet 1994, het BABW, het RVV 1990 en allerlei onderliggende ministeriële regelingen, zoals bijv. de Regeling gehandicaptenparkeerkaart (GPK) en de Regeling verkeersregelaars, maar ook over de gemeentelijke Parkeerverordening, Wegsleepverordening en de APV-bepalingen die betrekking hebben op mobiliteit, zoals bijvoorbeeld de parkeerexcesbepalingen. Via het juridisch loket kunnen gemeenten op verschillende thema’s ook veel gestelde vragen en antwoorden (oa. over GPK en openbaarheid van wegen) en handreikingen (verkeersbesluiten) raadplegen.

Hoe werkt het juridisch loket?

“Het juridisch loket is gratis voor alle gemeenten die bij het GNMI zijn aangesloten als lid, deelnemer of gebruiker. (Zie het participatiemodel) Gemeenten die nog niet bij het GNMI zijn aangesloten kunnen éénmalig gratis gebruik maken van de diensten van het juridisch loket. Als je structureel gebruik wil maken van het juridisch loket dan zal de gemeente lid, deelnemer of gebruiker van het GNMI moeten worden.

We streven ernaar om de vragen uiterlijk binnen vijf werkdagen te beantwoorden. Mochten wij het antwoord op de vraag niet zelf weten, dan kunnen wij de vraag ook voorleggen aan gemeenten die bij het GNMI-netwerk zijn aangesloten. Eventueel kunnen wij doorverwijzen naar organisaties die mogelijk wel antwoord op de vraag kunnen geven. Bijvoorbeeld aan CROW-KpVV voor de meer technische en uitvoerende aangelegenheden,” aldus Eugène.

Hoe heb je al die juridische kennis vergaard?

Eugène: ”aan het eind van mijn studie Staats- en Bestuursrecht heb ik een half jaar stage gelopen bij de VNG en schreef ik op hun verzoek mijn afstudeerscriptie over de Wegenwet. Deze scriptie hebben ze jarenlang gebruikt bij de beantwoording van vragen van gemeenten over de toepassing van de Wegenwet, zoals bijvoorbeeld vragen over de openbaarheid en de onderhoudsplicht van wegen. Nadat ik afstudeerde ben ik als jurist aan de slag gegaan bij een diverse gemeenten: Katwijk, Alkemade (tegenwoordig onderdeel van gemeente Kaag en Braassem) en Zandvoort. Vanaf begin jaren ’90 werkte ik als senior-beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer bij de VNG. In die periode heb ik me bezig gehouden met alle mobiliteitsdossiers waar gemeenten in de praktijk mee te maken krijgen. Daarnaast was ik secretaris van de Verkeerscommissie en hield ik mij bezig met de model-Parkeerverordening, model-Wegsleepverordening en de mobiliteitgerelateerde onderwerpen uit de model-APV. Sinds oktober 2018 ben ik vanuit de VNG gedetacheerd bij het GNMI.”

Wat doe je precies bij het GNMI?

“Vanwege de brede achtergrond van mijn werkzaamheden bij de VNG word ik bij GNMI door mijn collega’s Arthur ter Weeme en Alex Mink bij heel veel onderwerpen betrokken. Ik ben secretaris van het Intergemeentelijk Verkeersoverleg (IVO), waarin beleidsstrategen en coördinatoren van gemeenten alle belangrijke beleidsdossiers voor gemeenten bespreken. Het IVO is de ambtelijke adviescommissie voor het bestuur van het GNMI en de bestuurlijke adviescommissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit van de VNG. Andere onderwerpen waar ik me mee bezig houd zijn straattaxivervoer (model-Taxiverordening en model-convenant samenwerking en gegevensuitwisseling), verkeersveiligheid (implementatie uitvoering van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid), de Uitvoeringsagenda nul-emissie stadslogistiek, fietsparkeren bij stations, de financiering van lokale verkeer en vervoertaken (BDU Verkeer en Vervoer), parkeren en tot slot ook de beantwoording van vragen van gemeenten over de toepassing van de Wegenverkeerswetgeving,” vertelt Eugène.

Wil je nog wat kwijt?

Eugène: “ik hoop dat het voor gemeenten duidelijk is wat de bedoeling is van ons juridisch loket. Als je hierover nog vragen hebt, dan ben ik uiteraard graag bereid deze te beantwoorden. Je kunt contact opnemen met mij via de mail (eugene.vandepoel@gnmi.nl ) of per telefoon 06-57593160.”

Oproep: sluit aan bij een buyer groep zero emissie doelgroepenvervoer of regiotaxi

Doelgroepenvervoer/regiotaxi opnieuw aanbesteden? Veel gemeenten en ook provincies staan de komende tijd voor deze uitdaging. Hoe mooi zou het zijn om dit vervoer emissieloos te laten zijn de komende jaren? Dan kan als we gaan werken met een buyer group Doelgroepenvervoer/regiotaxi. Profiteer nu van deskundige begeleiding om ambities te realiseren.

De ontwikkeling van emissieloos doelgroepenvervoer/regiotaxi heeft een andere aanpak nodig dan we gewend zijn. Er is een Coalition of the willing gevormd en het is nu tijd om verdere stappen te zetten.

Waarom een buyer group?
Om te ontdekken hoe we hier verandering in kunnen brengen starten we met een buyer group Doelgroepenvervoer/regiotaxi. De deelnemers van deze groep gaan direct aan de slag met hun eigen concrete cases zodat kennis direct in de praktijk kan worden gebracht.

In de buyer group worden gemeenten en provincies verbonden, waarbij ze eigen ambities op het onderwerp realiseren. Samen ontwikkelen de deelnemers een marktvisie en strategie. Goede ideeën en hoge ambities hebben zo een kans van slagen. De samenwerking leidt tevens tot volume en biedt daarmee een interessant perspectief voor de markt. Hierdoor wordt niet alleen zero emissie doelgroepenvervoer gerealiseerd, maar wordt er ook kennis ontwikkeld die véél meer organisaties kunnen gebruiken. Zo kunnen we concrete stappen zetten in de ontwikkeling naar zero emissie vervoer.

Wat gaan we doen?               
Met de deelnemende gemeenten en provincies starten we samen één buyer group.

Tot aan de zomer van 2020 werken we aan het opstellen van een concreet plan van aanpak. Hierin leggen we met elkaar de stappen vast hoe we, in 20 maanden tijd, vorm gaan geven aan een gezamenlijke, gedeelde marktvisie en strategie. Deze gaan we vervolgens in de markt zetten. Het is aan de deelnemers zelf om een specifieke invulling van de buyer group te geven. Dit kan door óf gezamenlijk een aanbestedingstraject te doorlopen óf een eigen aanbesteding vorm te geven. We verkennen of het haalbaar is om collectieve aanbestedingen op te zetten. En of we zo een aantrekkelijk perspectief kunnen bieden aan de markt zodat we partijen kunnen uitdagen om met passende en inspirerende oplossingen te komen.

Tot de zomer werken we in een aantal sprintsessies aan de kaders van de opgave, die we vaststellen in het plan van aanpak. Dat zullen we daarna gezamenlijk oppakken en uitvoeren. De deelnemers krijgen hierbij ondersteuning van een projectleider, secretaris (Ruud Scheerder, PIANOo) en diverse experts.  

Wie zoeken we?

Wij zijn op zoek naar gemeenten en provincies met een concrete (doelgroepen) vervoer- en emissie opgave. Die naast een goed vervoerscontract ook daadwerkelijk willen kiezen voor emissieloos doelgroepenvervoer/regiotaxi. We zoeken organisaties die willen investeren door tijd vrij te maken en kennis te delen, zodat we samen sterker worden.

Deelnemen kan op twee manieren:

  1. Deelnemen in de kerngroep
    In deze groep gaan we concreet met je opgave aan de slag. Samen met andere gemeenten en provincies zetten we de lijnen uit, ontwikkelen we met diverse experts de aanpak, die we vervolgens gezamenlijk in de praktijk kunnen brengen. Voordeel is directe feedback op je eigen case en een grote stap dichterbij de realisatie van emissieloos vervoer.

  2. Deelnemen in de eerste schil
    In de eerste schil zitten de deelnemers die van plan zijn om in de toekomst emissieloos doelgroepenvervoer/regiotaxi aan te besteden en zich nu al willen oriënteren hoe ze hier vorm aan kunnen geven. Je wordt betrokken en kan input leveren, advies geven en kennis delen over de stappen die de kerngroep doorloopt. Zo bouw je mee aan een aanpak die je begrijpt en later kunt implementeren.

Deelnemen?
Stuur een bericht naar Ruud Scheerder via ruud.scheerder@pianoo.nl. Hij zal dan spoedig contact opnemen om te verkennen of dit traject interessant voor je is.

Rijkswaterstaat en PIANOo starten met 13 buyer groups. Zij werken hierin samen met verschillende partners.

De buyer groups worden gefinancierd vanuit de Klimaatenveloppe van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en uit het budget circulair bouwen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hiermee geeft de Rijksoverheid een impuls aan de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie.

Meewerken aan een handleiding waterstofbeleid voor gemeenten?

Waterstof als drager van energie kan een belangrijke bijdrage leveren aan de klimaatopgave. Gemeenten gaan een essentiële rol spelen in de vergunningverlening, planning en implementatie van waterstofvoorzieningen.  Daarom werken het GNMI, de VNG en het landelijke H2Platform aan een handleiding hierover.

In samenwerking met het GNMI en de VNG zoekt het landelijke H2Platform input daarvoor. Waterstof kan bijvoorbeeld helpen bij het Zero Emissie maken van zwaardere voertuigen, zoals rolstoelbusjes en vuilniswagens, in de gebouwde omgeving en bij opslag en transport tijdens piekleveringen van windmolens en zonneweides.

Handreiking voor gemeenten door het GNMI, de VNG en H2Platform

Om gemeenten te helpen met hun rol bij de inzet van waterstof, willen de bovengenoemde partijen een handreiking maken. We nodigen u van harte uit om hierover mee te denken in een klankbordgroep. Tijdens drie bijeenkomsten zullen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en gemeenten hun ervaringen delen. Vervolgens inventariseren we aan welke kennis behoefte is en zullen we na enkele schriftelijke rondes een handreiking opleveren.

Deelname aan online community waterstofbeleid

In voorbereiding op de handreiking kunt u vanaf dit moment al terecht op de online H2 community op het GNMI-netwerk. Medewerkers van gemeenten kunnen daar vragen stellen en berichten plaatsen die voor andere gemeenten ook relevant kunnen zijn. Medewerkers van het H2-platform hebben ook toegang tot deze omgeving en zullen waar mogelijk uw vragen beantwoorden. Dit input zal zoveel mogelijk gebruikt worden voor de drie bijeenkomsten in juni 2020.

Meer weten over waterstof en de rol die gemeenten kunnen vervullen?

Denk mee in de klankbordgroep en kom naar een van de bijeenkomsten in juni. Om gemeenten te helpen met hun rol bij de inzet van waterstof, willen het Gemeentelijk Platform Mobiliteit en Infrastructuur (GNMI), het H2-platform en de VNG een handreiking maken. We nodigen u van harte uit om hierover mee te denken in een klankbordgroep.

Tijdens drie bijeenkomsten zullen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en gemeenten die al bezig zijn met waterstof hun ervaringen delen. Met alle deelnemers wordt vervolgens geïnventariseerd aan welke kennis gemeenten behoefte hebben. Na enkele schriftelijke rondes wordt de uiteindelijke handreiking opgeleverd.

Het is mogelijk om een voorkeursdatum aan te geven, vervolgens nemen we tijdig contact op om uw deelname te bevestigen. Het is ook mogelijk om mee te denken over dit onderwerp als u niet aanwezig kunt zijn op een van de bijeenkomsten.

NB vanwege de Covid-19 maatregelen zijn de eerder aangekondigde fysieke bijeenkomsten niet mogelijk; ze worden online gehouden. Elke bijeenkomst is toegankelijk voor maximaal 15 personen en duurt van 15:30 tot 17:00 uur.

Contactpersoon
Voor meer informatie kunt u terecht bij Jaap Berends (jaap.berends@gnmi.nl).

Selecteer een geldig formulier

Veel kansen voor CO2-reductie door aanpassen wegontwerp

Hoe kan je uitstoot van CO2 reduceren door wegen anders te ontwerpen? Arthur ter Weeme, directeur van het GNMI, begeleidt een onderzoek dat APPM en Goudappel Coffeng hiernaar uitvoeren. Het eerste deel van het onderzoek is afgerond en gaf een overzicht van een aantal kansen. Arthur licht een tip van de sluier op en kijkt vooruit.

Kan je wat vertellen over het eerste deel van het onderzoek, hoe zijn jullie te werk gegaan?

“Collega’s van de VNG vroegen ons om een verkenning te doen naar hoe wegontwerp kan bijdragen aan het realiseren van CO2-reductie. Dit verzoek kwam voort uit een groter project dat zich richt op de vermindering van CO2 uitstoot in de GWW-sector (Grond-, Weg- en Waterbouw). Wegontwerp en CO2-reductie zijn specifieke vakgebieden en vanwege de ervaringen van adviesbureau APPM met deze onderwerpen hebben we hen gevraagd om een eerste verkenning te doen. Ze hebben eerst, samen met experts, voorbeelden in kaart gebracht, en in het vervolgonderzoek is de hulp van Goudappel Coffeng ingeroepen om berekeningen te maken van de verwachte CO2-reductie van de verschillende varianten. We maken ook gebruik van de mogelijkheid om stikstof en fijnstof daarbij mee te nemen. CO2-reductie is belangrijk voor de klimaatdoelstellingen, maar vermindering van stikstof en fijnstof is belangrijk voor de luchtkwaliteit en dus voor omwonenden en nabijgelegen natuurgebieden. We hopen dat de verkenning een basis kan vormen voor nader onderzoek en dat we het kunnen aanvullen met praktijkvoorbeelden van gemeenten en andere wegbeheerders. We zien dit dus echt als startpunt en niet als eindrapport.”

Zijn er al concrete voorbeelden van wegaanpassingen waardoor CO2 kan worden verminderd?

“ Jazeker. Denk in eerste instantie aan weginrichting die gericht is op doorstroming van het verkeer. Een weg die goed doorstroomt, dus waar zo min mogelijk moet worden afgeremd om weer te moeten optrekken, zal goed scoren als weg met lage CO2-uitstoot per voertuig. Een veelgehoorde opmerking is dat duurzamere alternatieven zoals fietsen en openbaar vervoer minder aantrekkelijk worden als wegen (weer) goed doorstromen. Maar overheden hebben ook beleidsmiddelen om ervoor te zorgen dat fietsen en openbaar vervoer nog aantrekkelijker kunnen worden. Bijvoorbeeld met parkeerbeleid, maar ook met het aanleggen van fietsstraten,  hoogwaardige openbaar vervoerverbindingen en mobility-as-a-service. Een ander belangrijk aspect is verkeersveiligheid. In veel gevallen is het voor de verkeersveiligheid juist van belang dat het verkeer wordt afgeremd. Zo kunnen verkeersveiligheid en CO2-reductie tegenover elkaar staan. Ingewikkeld hoe er uiteindelijk keuzes moeten worden gemaakt door de gemeenten, maar dat is niet nieuw. Wat wel nieuw is, is dat we met deze verkenning laten zien dat aan wegontwerp dus ook een criterium CO2-vriendelijkheid kan worden toegekend en ‘klimaat’ meegenomen kan worden in de keuzes die worden gemaakt bij de (her)inrichting van een weg.“

Hoe is de verkenning opgezet en wat viel tot nu toe op?

“We hebben een onderverdeling gemaakt in vier thema’s: de fysieke aanpassingen in infrastructuur, verkeersregelinstallaties, doorstromingsbeleid en het gebruikte materiaal. Je komt dan hele gangbare voorbeelden tegen, die vaak ook met gezond verstand als eerste naar boven komen. Denk aan de rotonde ombouwen naar een voorrangsplein. Dit is een soort halve rotonde met een middeneiland voor afslaand verkeer vanuit de hoofdrichting. We zien dit concept tegenwoordig al op veel plaatsen toegepast bij twee kruisende verkeersstromen, waarbij de ene route veel drukker is dan de andere. Een andere CO2-vriendelijke ontwerpmaatregel is het beperken van links afslaand verkeer. Als je links af slaat, moet je een tegemoetkomende verkeersstroom voorbij laten gaan en als het druk is en wordt het achterliggende verkeer opgehouden. Een derde interessante zijn de asfaltmengsels. Het blijkt dat er asfaltmengsels zijn die zorgen voor een lagere rolweerstand en slijtage van banden. Er zijn studies gaande waaruit blijkt dat dit niet leidt tot meer slipgevaar en zelfs ook gunstiger kan uitpakken voor de verkeersveiligheid. Dit staat nog in de kinderschoenen en er moet nog goed getest worden, maar het gebruik van andere asfaltmengsels is iets wat we serieus in de gaten moeten houden als bijdrage aan de CO2-reductie door het wegontwerp.”

Wat zijn de belangrijkste conclusies tot nu toe?

“De onderzoekers gaven aan dat zij in eerste instantie bezig waren met de mogelijkheden voor CO2-reductie in de aanlegfase en hierdoor getriggerd werden om ook te kijken naar de exploitatiefase. Dat viel positief uit: er valt dus echt CO2-reductie te behalen met het wegontwerp. Ook al gebeurde dit al met het nemen van doorstromingsmaatregelen, het is goed dat het op deze wijze expliciet in kaart is gebracht. Dit alleen al geeft een extra boost aan het onderwerp en geeft beleidsmakers een betere uitgangspositie om keuzes te maken.”

Hoe gaat het nu verder en hoe willen jullie gemeenten betrekken?

“We zijn bezig om de maatregelen voor zover mogelijk door te rekenen. Dat betekent dat we een beeld krijgen van wat de daadwerkelijke effecten kunnen zijn op CO2-gebied van wegontwerp. We rekenen ons daarbij nog niet rijk: veel maatregelen kunnen niet worden uitgevoerd vanwege ruimtelijke beperkingen, budgetbeperkingen, maar ook omdat verkeersveiligheid of andere factoren zwaarder wegen. Maar de uitkomsten van het onderzoek gaan beleidsmakers de mogelijkheid geven om in kostenbatenanalyses CO2-reductie, NOx (stikstof) en PM (fijnstof) in meer of mindere mate mee te nemen in een cijfermatige afweging. Wij zorgen ervoor dat het onderzoek in beeld komt bij de aangesloten gemeenten van het GNMI, maar ook bij andere gemeenten en andere geïnteresseerde partijen. We zouden de uitkomsten graag verder willen brengen door een (digitaal) platform aan te bieden waar we praktijkvoorbeelden beschikbaar te stellen, zodat wegbeheerders goede voorbeelden van elkaar kunnen overnemen. En van elkaar te leren als bepaalde verwachtingen niet uitkomen. Gezien de klimaatopgaven, de stikstofcrisis en de fijnstofproblematiek denk ik dat het van grote maatschappelijk waarde kan zijn als we hierin kunnen voorzien. We gaan daarvoor het gesprek aan met organisaties die hier belang bij hebben en ondersteuning kunnen bieden om dit samen verder te brengen. We hopen dat dit onderzoek een bijdrage kan leveren aan het klimaatbeleid van gemeenten!”

Son en Breugel sluit aan bij ZED

Onlangs tekende de gemeente Son en Breugel het landelijke bestuursakkoord Zero Emissie Doelgroepenvervoer. Samen met alle gemeenten die eerder al hun handtekening zetten, heeft Son en Breugel de ambitie om in 2025 een volledig uitstootvrij doelgroepenvervoer te realiseren.

Met ingang van 1 juli is het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) in Son en Breugel 100% duurzaam. De auto’s en taxibussen voor deeltaxivervoer rijden dan volledig elektrisch. De gemeente Son en Breugel is daarmee één van de eerste gemeenten in het land die deze duurzame stap heeft gezet voor het deeltaxivervoer. 

Wethouder Paul Van Liempd: “In Son en Breugel kunnen we nog een stap maken in het verduurzamen van het leerlingenvervoer. Dit vervoer besteden we in 2021 opnieuw aan. Ook daar zetten we stevig in op duurzamer vervoer. We zijn dus goed op weg om 100% uitstootvrij doelgroepenvervoer te realiseren en daarmee zijn we ook weer een stapje dichterbij een klimaat neutrale gemeente in 2030”.

Coronacrisis: oproep supermarkten voor tijdelijke verruiming venstertijden

Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) doet een dringende oproep aan gemeenten om de tijdsbeperkingen voor het bevoorraden van supermarkten tijdelijk op te heffen. Dit helpt de voedselbranche om winkels beter te kunnen voorzien van levensmiddelen.

In een brief aan de minister-president vraagt het CBL om een pakket van maatregelen om in deze crisistijd de supermarkten beter te kunnen bevoorraden. Het opheffen van restricties voor het bevoorraden van supermarkten en winkels is één van de maatregelen.

Als de tijdsbeperkingen worden opgeheven en ook de beperkingen voor het gebruik van andere type voertuigen vervallen kunnen de supermarkten volgens het CBL beter worden bevoorraad. Het is aan alle individuele gemeenten om een besluit te nemen over het opheffen van de restricties.

Gemeenten bepalen vaak met venstertijden op welke tijdstippen vrachtwagens winkels mogen bevoorraden vanwege winkelend publiek en overlast voor omwonenden.

Aanvulling 23 maart 2020: Van Nieuwenhuizen versoepelt tijdelijk regels voor rij- en rusttijden voor bevoorrading supermarkten en apotheken

CO2-reductie in het verkeer door wegontwerp

Menno Oedekerk presenteert OV-visie Groningen

OV visies, internationaal busvervoer en Toekomstbeeld OV 2040: verslag contactgroep OV 10 februari 2020

Tijdens het overleg van de contactgroep OV op 10 februari in Leiden kwamen de positie van gemeenten in landelijke OV-dossiers, gemeentelijke OV-visies en haltevoorzieningen voor het internationaal busvervoer aan bod.

Gemeentelijke OV-visies

Meerdere gemeenten zijn bezig met het opstellen van een actuele visie op het openbaar vervoer. Op basis daarvan worden ontwikkelmaatregelen genomen en is de gemeentelijke inzet rondom het ontwikkelen van het lokale netwerk duidelijk. De gemeente Groningen presenteerde de recent vastgestelde OV-visie waarin keuzes gemaakt worden over de toekomstige ontwikkeling van het stadsvervoer. De gemeente zet in op groei via enkele corridors en bouwt aan een netwerk om de binnenstad heen, zodat knooppunten verbonden worden en er spreiding van reizigersstromen plaatsvindt. Daarnaast worden veel stadslijnen strakgetrokken zodat de bus sneller rijdt. Er is al veel ervaring opgedaan met het opbouwen van een netwerk van snelle verbindende stadslijnen (de Q-Link) tussen de stad, grote voorzieningen en P+R-terreinen. De komende jaren wordt ook de ontsluiting van de universiteit en de omgeving van het Europapark belangrijker.