Nieuwe rapporten over deelmobiliteit(aanbieders)
In steeds meer steden kunnen gebruikers kiezen voor meerdere aanbieders van deelmobiliteitsdiensten zoals scooters en fietsen. Hierdoor daalt het bezit van een tweede auto en het geeft gebruikers meer keuzemogelijkheden om hun verplaatsingsvraag in te vullen. Het realiseren van dit aanbod vraagt wel om een goede toetsing van aanbieders en er is regelgeving nodig om de parkeer- en stallingsvraag in goede banen te leiden. Op beide punten heeft het GNMI in opdracht van het ministerie van I&W onderzocht hoe gemeenten omgaan met de toelatingsprocedure en het stellen van regels voor het parkeren en stallen van deelvoertuigen. De uitkomsten van beide onderzoeken zijn in een tweetal afzonderlijke rapportages beschikbaar.
Verkenning naar een gezamenlijke accreditatie van deelmobiliteitsaanbieders
In dit onderzoek heeft het GNMI met 25 gemeenten gekeken naar de werkwijze rondom het toelaten van aanbieders en de mogelijke behoefte aan – een vorm van – accreditatie. Op dit moment voert iedere gemeente haar eigen toets op de aanvrager van een vergunning voor het aanbieden van deelmobiliteit. Het gaat dan om kleinere zaken zoals het controleren van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, maar ook intensiever onderzoek, zoals controle van de statuten en of het bedrijf deelmobiliteit als hoofddoelstelling heeft. Gemeenten voeren dus vergelijkbare toetsen uit. Mogelijk valt er winst te halen als er een gezamenlijk afgestemde procedure wordt doorlopen . Als het gezamenlijk toetsen – ofwel één toets uitvoeren voor alle gemeenten – zou gebeuren, kan dat zowel voor gemeenten als voor de aanbieders van deelmobiliteit tijdswinst opleveren. Daarnaast is het voor deelmobiliteitsaanbieders meteen duidelijk wat de verwachtingen zijn. De verkenning is informeel gestart en door positieve reacties van gemeenten uiteindelijk uitgekomen bij een enquête, waarin 10 elementen voor accreditatie staan opgenomen. Daarbij is onder andere naar voren gekomen dat bepaalde controles niet alleen vooraf, maar ook tijdens de contractperiode centraal uitgevoerd kunnen worden, wat in ieder geval die taken van gemeenten goed kan vereenvoudigen. Het rapport is, samen met de feedback van gemeenten, in januari 2022 aan het ministerie opgeleverd. Het GNMI heeft aan het ministerie geadviseerd om een pilot te starten zodat in de praktijk ervaring kan worden opgedaan met een accreditatieproces. Dit gesprek is, samen met het SHPV, gaande.
Het rapport “Verkenningen naar een gezamenlijke accreditatie van deelmobiliteitsaanbieders” is via deze link te downloaden.
Verkenning naar gehanteerde regelgeving voor deelmobiliteit
Deelmobiliteit heeft vanzelfsprekend invloed op de openbare ruimte. Iedere gemeente heeft daarbij een ruime mate van beleidsvrijheid om via de APV en/of de parkeerverordening regels te geven voor het parkeren en stallen van voertuigen, de regels voor ontheffing of vergunningverlening en het toelatingsproces van aanbieders. De regelgeving is de juridische vertaalslag van de gemaakte beleidskeuzes. In een verkenning is met gemeenten geïnventariseerd hoe een en ander in de toepasselijke verordeningen wordt geregeld. Daarnaast worden er concrete suggesties aan gemeenten gedaan. De verkenning is niet bedoeld om regelgeving “in één uniforme mal” te persen maar biedt gemeenten die met het beleids- en regelgevingsproces aan de slag gaan een bron van inspiratie en kan ook dienen als achtergrondinformatie bij evaluatieprocessen.
Deelmobiliteit is een relatief nieuw thema dat nog goed kan landen binnen de VNG-modelverordeningen zoals de model-Parkeerverordening uit 2008 die al rekening houdt met deelauto’s. Er is contact met de VNG om te bezien hoe de ontwikkelingen sindsdien, zoals het ontstaan van bewonerscoöperaties met gezamenlijk voertuigenbezit en de vraag naar free floating deelauto’s, kunnen worden opgenomen in de model-verordeningen.
Het rapport “verkenning naar regelgeving voor deelmobiliteit” is via deze link te downloaden.
Meer informatie
Neem voor meer informatie gerust contact op met projectleider Jaap Berends (GNMI): contactgegevens